Inleiding
Het leren uitvoeren van het lichamelijk onderzoek en andere patiëntgebonden vaardigheden (zoals het inbrengen van een infuus of het hechten van een wond) is een onderdeel van elke medische opleiding. De organisatie en planning van dit onderwijs verschilt per instelling. Vaak valt dit onderwijs onder de termen Klinische Vaardigheden of Clinical Skills. Omdat veel opleidingen naar hetzelfde einddoel toewerken waarbij opleidingen ook verschillend zijn ten aanzien van opbouw en keuzes, zijn er verschillende curricula.
Onze focus
De werkgroep deelt en bevordert de expertise (onderwijsmateriaal, innovaties, ontwikkelingen, programma’s en publicaties) op het gebied van het klinisch vaardigheidsonderwijs (lichamelijk onderzoek en andere patiëntgebonden vaardigheden). De focus ligt hier op de Nederlandse en Vlaamse geneeskunde opleidingen, waarbij we ook linken leggen tussen opleidingen van andere zorgprofessionals.
Onze activiteiten
De werkgroep is continu actief om bij vragen over de organisatie en inhoud van of onderzoek naar het klinisch vaardigheidsonderwijs, expertise en ervaringen te delen met elkaar en andere NVMO werkgroepen. Daarnaast organiseert de werkgroep minimaal twee keer per jaar een bijeenkomst, één van deze bijeenkomsten is gekoppeld aan een bezoek aan een collega-faculteit. Ook is het streven om eenmaal per twee jaar (of vaker indien zich relevante onderwerpen aandienen) een bijeenkomst op het NVMO-congres te houden.
Vaardighedenoverzicht
Vanuit de overleggen en contacten binnen de werkgroep is, mede naar aanleiding van het Raamplan 2020, een overzicht opgesteld waarin is opgenomen welke vaardigheden een logische plek hebben in de curricula die opleiden tot basisarts. Bekijk dit vaardighedenoverzicht via de link: Vaardighedenoverzicht
Oefenen op elkaar
Een deel van de in het overzicht benoemde vaardigheden, die een basisarts dient te beheersen, wordt in het onderwijs geoefend met én op elkaar. Dit oefenen op elkaar ziet de werkgroep als een essentieel en integraal onderdeel van de studie geneeskunde. Tegelijkertijd erkennen we dat het oefenen op elkaar geen vanzelfsprekendheid is, waarbij alle betrokkenen een gezamenlijke verantwoordelijkheid hebben. Vanuit de werkgroep is er een grote mate van bewustzijn dat zorgvuldigheid rondom de inrichting van het vaardigheidsonderwijs, de borging van (sociale) veiligheid en de ondersteuning van de ontwikkeling van een professionele attitude van de toekomstige zorgprofessional in het vaardigheidsonderwijs zeer belangrijk is.
Bovenstaande punten hebben er toe geleid dat de werkgroep een leidraad heeft opgesteld rondom het oefenen op elkaar binnen het vaardigheidsonderwijs. Deze leidraad dient ter ondersteuning van de diverse afdelingen van het vaardigheidsonderwijs, aan de Nederlandse en ook Vlaamse faculteiten Geneeskunde, bij de inrichting van het vaardigheidsonderwijs, het opstellen van eigen kaders en de informatievoorziening rondom dit onderwerp. Bekijk de leidraad via de link: Leidraad Oefenen op elkaar