Samenvatting
Simulatiepatiënten (SP) en gestandaardiseerde patiënten (GP) worden in het medisch onderwijs veelvuldig ingezet voor communicatievaardigheidstrainingen en toetsing. In de literatuur blijken de twee termen vaak door elkaar gebruikt te worden. Op basis van de ervaringen met de inzet van SP’en en GP’en in de opleiding Geneeskunde in Nijmegen door de jaren heen, beoogt dit artikel meer helderheid te geven over de overeenkomsten en verschillen tussen beide groepen. In het Nijmeegse onderwijs worden SP’en gebruikt in vaardigheidstrainingen in de lijn Communicatie en Consultvoering (C&C), zowel in de bachelor- als masteropleiding. Hierbij is veel aandacht voor het integreren van communicatie met medische inhoud. De inzet van SP’en is vooral geschikt bij de training van studenten en bij formatieve beoordeling. GP’en worden ingezet bij toetsing en onderzoek; in Nijmegen betreft dit toetsing binnen en buiten de opleiding Geneeskunde waaronder de Deeltoets Klinische Vaardigheden (DKV): een landelijke toets die deel uitmaakt van de toetsingsprocedure voor buitenslands gediplomeerde artsen van buiten de Europese Unie en de Europese Economische Ruimte.
Overeenkomsten tussen SP’en en GP’en zijn er onder andere in de selectiecriteria, in de trainingsvorm en in het trainen dan wel beoordelen van (communicatie)vaardigheden. Verschillen zijn er vooral in de variatie in, en in de manier van het spelen van de rollen. SP’en mogen variëren, GP’en niet. Ook ten aanzien van het type beoordeling is er verschil: bij simulatiepatiënten betreft het vooral formatieve beoordelingen; gestandaardiseerde patiënten worden bij summatieve beoordeling ingezet. (Weel-Baumgarten EM van, Hettinga AM, Plattel-van Os E. Simulatiepatiënten of gestandaardiseerde patiënten? Voortschrijdend inzicht in overeenkomsten en verschillen. Tijdschrift voor Medisch Onderwijs 2011;30(5):237-245.)
Summary
In medical education, simulated and standardised patients are frequently used for communication skills training and assessment. In the literature, the two terms are often used interchangeably. This article aims to clarify the differences and similarities between the two groups, based on more than two decades of experience at the Medical Faculty at Nijmegen, the Netherlands.
At Nijmegen, simulated patients are used in the longitudinal communication and consultation skills progamme in the undergraduate medical curriculum which emphasises the integration of communication skills and medical knowledge. Simulated patients role-play and give feedback in consultations with students. They are particularly suitable for training and formative assessment. Standardised patients are used for research and for summative assessments. In Nijmegen they contribute to assessments in the medical curriculum but also to external assessments, such as the ‘clinical skills test’ as part of the national exam of the Dutch medical licensure procedure for non-EU medical graduates. We identified the following similarities between simulated and standardised patients: similar selection criteria and both groups receive intensive training and assess communication skills. Differences relate to the way they portray their roles and in the types of assessment in which they participate. Simulated patients are allowed to vary in their roles, whereas standardised patients are not. Simulated patients are used in formative assessments and standardised patients in summative assessments. (Weel-Baumgarten EM van, Hettinga AM, Plattel-van Os E. Simulated or standardised patients? Advancing insights into differences and similarities. Netherlands Journal of Medical Education 2011;30(5):237-245.)