Een op wetenschappelijke concepten gebaseerde intellectuele en tegelijkertijd empathische benadering van patiënten vormt de kern van de geneeskundeopleiding. Biomedische kennis moet geïntegreerd zijn in de praktijk van de geneeskunde. Een kritische houding ten aanzien van eigen medisch denken en handelen hoort bij de wetenschappelijke vorming evenals inzicht in wetenschappelijke informatie en het vermogen dit naar de praktijk te vertalen.
Dit kan geleerd worden in een wetenschappelijke stage. Omgaan met wetenschap is een van de centrale deelbekwaamheden in het herziene geneeskundecurriculum in Groningen. Het leerdoel hiervan is: het vertalen van wetenschappelijke informatie naar adequaat beleid; integratie van evidence-based medicine, empirie en pathofysiologische concepten; een kritische houding ten opzichte van wetenschappelijke informatie; en het vermogen informatie op te sporen, te beoordelen en over te dragen aan anderen. Dit stelt hoge eisen aan de leeromgeving en begeleiders als rolmodellen voor een attitude van kritische reflectie en lifelong learning. Centra voor translationeel onderzoek kunnen bijdragen aan wetenschappelijke vorming. Translationeel onderzoek betreft het vertalen van uitkomsten van basaal onderzoek naar klinisch relevante onderwerpen en onderzoek naar vragen voortkomend uit epidemiologische studies of klinische trials. Kernpunt blijft echter dat, ondanks de wetenschappelijke basis, geneeskunde bovenal een sociale vaardigheid is. Artsen opleiden die aandacht hebben voor de omstandigheden van de patiënt en de maatschappij vraagt inpassing in het onderwijs van reflectie over het functioneren als dokter. (Gans ROB. Het opleiden van eerstejaars studenten tot medisch specialist: alleen mogelijk bij voldoende wetenschappelijke expositie. Tijdschrift voor Medisch Onderwijs 2006;25(6):261-266.)