Inleiding: Om de onderwijsvaardigheden van (huis)artsopleiders te toetsen, wordt in Groningen gebruik gemaakt van een didactische vaardigheidstoets met multipele stations: de PACT. Deelnemers wilden weten of ze (onderdelen van) de toets goed genoeg hadden gedaan. Onderzocht werd welke norm daarvoor geëigend is, passend bij het educatieve doel van de toets, en wat de consequentie zou zijn van het kiezen van een bepaalde norm.
Methode: Met behulp van een consensusmethode werden in elk station kernitems geïdentificeerd door 7 stafleden, 9 observatoren, 11 deelnemers en 10 simulatie-aios. Onderzocht werd wat het effect op ‘alle-kernitems-voldoende/goed’ percentages per station zou zijn bij de in de kernitems-consensusprocedure gehanteerde overeenstemming van minimaal 75%. Resultaten: Als gerekend wordt met een overeenstemmingsmaat van 75% blijkt dat van de 25 items in de vier stations in de toets er 14 als kernitem worden beschouwd. Toegepast op een recente toets betekent dit dat per station tussen de 56-78% van de deelnemers alle kernitems voldoende/goed deed.
Conclusie en beschouwing: Deze resultaten lijken de conclusie te rechtvaardigen dat het mogelijk is om voor de PACT per station een aanvaardbare norm te stellen, die recht doet aan het educatieve karakter van de toets. (Lettinga JP, Boendermaker PM. De norm bij een didactische huisartsopleiderstoets: ‘deed ik het goed genoeg?’. Tijdschrift voor Medisch Onderwijs 2007;26(2):75-81.)