Contextuele en persoonlijke factoren die Continue Professionele Ontwikkeling beïnvloeden tijdens een verpleegkundige loopbaan: een scoping review

Informatie
Auteurs
J. Cramer-Kruit
J. Dikken
K. . Molendijk- van Nieuwenhuyzen
L.J. Hakvoort
M. . Schuurmans
M. F. van der Schaaf
Organisatie
De Haagse Hogeschool
Martini Ziekenhuis
Máxima Medisch Centrum
Sint Franciscus Gasthuis & Vlietland
Universiteit Utrecht
Congres
Samen leren, samen werken - Congres 2023
Context / probleemstelling of aanleiding

Probleemstelling (inclusief theoretische onderbouwing en onderzoeksvraag/vragen):

Er zijn steeds meer aanwijzingen dat kennis en vaardigheden verworven in trainingen niet toegepast worden in de praktijk, ook wel omschreven als ‘the knowledge-to-action gap’. Deze zogenaamde transfer van kennis en vaardigheden na een training is een complex proces dat beïnvloedt wordt door verschillende factoren. Het dynamisch transfer model beschrijft deze transfer als een dynamisch proces over een langere tijdsperiode. Het model omvat drie fasen en persoonlijke en contextuele beïnvloedende factoren. Vanuit eerder onderzoek is bekend dat er veel contextuele diversiteit is in de verpleegkundige praktijk, zoals onderwijsactiviteiten, autonomie, cultuur, maar ook de mate waarin verpleegkundigen toegang hebben tot middelen en activiteiten voor Continue Professionele Ontwikkeling (CPO). Daarnaast blijkt dat er verschillen kunnen zijn in persoonlijke beïnvloedende factoren voor CPO gerelateerd aan leeftijd. Geen toegang hebben tot middelen en activiteiten voor CPO beïnvloedt de kwaliteit van de verpleegkundige zorg en heeft een negatief effect op werktevredenheid en werving en behoud van verpleegkundigen. Het doel van onze scoping review was om een systematisch overzicht te creëren van factoren die CPO beïnvloeden in de verpleegkundige praktijk. We formuleerden de volgende onderzoeksvragen: 1) Wat zijn de persoonlijke en contextuele beïnvloedende factoren van CPO in de verpleegkundige praktijk? 2) Zijn deze beïnvloedende factoren verschillend voor verpleegkundigen die zich op een andere plek in hun loopbaan bevinden?

Methode:

De scoping review werd uitgevoerd volgens de PRISMA-sr methodiek. Tussen februari-april 2020 werden de elektronische databases CINAHL, PubMed, Scopus, Psychinfo en Eric doorzocht, inclusief de referentielijsten van geïncludeerde artikelen. Artikelen gepubliceerd in peer-reviewed tijdschriften werden geïncludeerd zonder restricties t.a.v. datum, design en context.

Resultaten (en conclusie):

Na screening werden 60 artikelen geïncludeerd. De analyse liet zien dat factoren die CPO beïnvloeden verschillen afhankelijk van de plek in de loopbaan waar verpleegkundigen zich bevinden. Dit leidde tot de identificatie van drie groepen; 1) pas afgestudeerde verpleegkundigen, 2) ervaren verpleegkundigen, 3) ervaren verpleegkundigen met ambities voor gevorderde rollen. Daarnaast onthulde de analyse dat de beïnvloedende factoren gerelateerd zijn aan persoonlijke en contextuele bevorderende en belemmerende factoren.

Voor pas afgestudeerde verpleegkundigen is het belangrijk om deel uit te maken van het team. Zij ervaren belemmeringen die vooral gerelateerd zijn aan de integratie in de verpleegkundige professie, omdat zij bijvoorbeeld vijandigheid op de werkplek ervaren.

Ervaren verpleegkundigen ervaren voornamelijk contextuele belemmeringen gerelateerd aan het gebrek aan ondersteunende randvoorwaarden en de beperkte toegankelijkheid van CPO middelen. De hectische dynamiek op de werkvloer beïnvloedt hun mogelijkheden om CPO activiteiten uit te voeren. Er is beperkte tijd en beschikbaarheid van rolmodellen en er wordt onvoldoende steun ervaren van managers en andere collega’s.

Ervaren verpleegkundigen met ambities voor gevorderde rollen ervaren belemmeringen gerelateerd aan de cultuur waarin verpleegkundigen vooral gezien worden als ‘handjes aan het bed’. Het is vaak onduidelijk wat de toegevoegde waarde is van nieuwe rollen, deels van het bed af, waardoor zij belemmert worden in hun professionele ontwikkeling.

Discussie (beschouwing resultaten en conclusie in het kader van de theorie):

Alle verpleegkundigen streven CPO na, maar zij hebben individuele doelen, gebruiken unieke strategieën en hebben verschillende behoeftes in hun CPO. Er is een structureel gebrek aan beschikbaarheid en toegankelijkheid van middelen die nodig zijn voor het succesvol toepassen van CPO in de verpleegkundige praktijk voor alle drie de groepen van verpleegkundigen. Het leveren van kwalitatief goede zorg is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van verpleegkundigen, werkgevers en onderwijsinstellingen. Daarvoor is een sterke samenwerking nodig tussen deze stakeholders.

Referenties:

Blume, B. D., Ford, J. K., Surface, E. A., & Olenick, J. (2019). A dynamic model of training transfer. Human Resource Management Review, 29(2), 270-283.

Pool, I. A. (2015). Continuing professional development across the nursing career:

A lifespan perspective on CPD motives and learning activities. Doctoral dissertation, University of Utrecht.

Banner
Banner
Banner

Zorgverleners voor de wereld van morgen

15 en 16 mei Hotel Zuiderduin in Egmond aan Zee