Context / probleemstelling of aanleiding
Probleemstelling (inclusief theoretische onderbouwing en onderzoeksvraag/vragen):
Objective structured clinical examinations (OSCE) worden in medische faculteiten wereldwijd gebruikt om competenties van studenten te toetsen op een gestandaardiseerde en geïntegreerde manier. Onderzoek toont aan dat de prestatie op een OSCE samenhangt met de voorbereidingswijze en de mate waarin studenten geloven in hun eigen vermogen om hun kennis en vaardigheden effectief in te zetten in een klinische situatie (self-efficacy). De meeste studies onderzochten de invloed van deze factoren echter in een beperkte studentenpopulatie en de focus lag vaak op individuele factoren die een impact hebben op self-efficacy (o.a. angst). Deze studie heeft daarom als doel om de invloed van voorbereiding en self-efficacy op OSCE-prestaties te onderzoeken in een grote studentenpopulatie.
Methode:
In februari 2022 namen er 438 studenten uit 3de master geneeskunde aan KU Leuven deel aan een summatieve OSCE met tien stations. Alle studenten werden een half uur voor aanvang van het examen uitgenodigd om een online vragenlijst in te vullen. De vragenlijst bestond uit 53 gestrucureerde items die peilden naar de voorbereidingswijze van studenten en verschillende factoren die een invloed hebben op self-efficacy, waaronder algemene en academische self-efficacy, zelfvertrouwen, angst, perfectionisme, persoonlijkheid en ervaren peer support. Met behulp van SPSS Statistics 25.0 werd de impact van deze factoren op de verwachte en reële score van studenten gemeten.
Resultaten (en conclusie):
Er namen 432 studenten deel aan deze studie (response rate 98,6%), van wie 163 mannen en 269 vrouwen. We vonden een matig positieve correlatie (rs = 0,443; p < ,001) tussen de self-efficacy van studenten en het resultaat dat zij verwachtten te behalen voor aanvang van de OSCE. We vonden echter geen significante correlatie tussen tussen self-efficacy en het reëel behaalde resultaat. Voornamelijk angst, peer stress en een neurotische persoonlijkheid hadden in deze studie een negatieve invloed op self-efficacy. De meeste studenten bereidden zich voor op het examen met behulp van theoretische boeken (62,5%) of samenvattingen van andere studenten (89,6%). Studenten die zich voorbereidden door te oefenen met medestudenten (45,4%) of door deel te nemen aan een formatieve OSCE (20,1%) behaalden gemiddeld een hoger eindresultaat op de OSCE dan andere studenten.
Discussie (beschouwing resultaten en conclusie in het kader van de theorie):
In lijn met eerdere internationale studies vonden we in deze studie een matig positief verband tussen self-efficacy en het verwachte eindresultaat, maar niet het effectief behaalde resultaat. Deze discrepantie tussen verwachte en reële resultaat kan potentieel verklaard worden door het feit dat studenten nog onvoldoende in staat zijn om hun eigen competenties accuraat in te schatten in het kader van een OSCE. Duidelijke informatie over de evaluatiecriteria is daarom van cruciaal belang om studenten voor te bereiden op het examen. Hoewel de meeste studenten zich voorbereidden op een theoretische wijze (o.b.v. boeken en samenvattingen), hadden voornamelijk formatieve OSCE’s en oefeningen met medestudenten een positieve invloed op het eindresultaat. Formatieve peer OSCE’s, waarbij medestudenten de rol opnemen van observator, zijn daarom een veelbelovende strategie om studenten op een meer laagdrempelige manier voor te bereiden op een summatieve OSCE.