Samenvatting
Toetsing van gynaecologen in opleiding (AGIO’s) geschiedt tot op heden traditioneel door niet in didactiek geschoolde opleiders op basis van inschattingen van kennis, vaardigheden en communicatie en het uitblijven van ongelukken tijdens het werk. Met de komst van het medisch opleidingscontinuüm, de toenemende roep om efficiëntere opleiding en een maatschappelijke behoefte aan transparantie en kwaliteitsborging bij het afleveren van medische specialisten wordt het belangrijk om een onderwijskundig onderbouwd toetsbeleid te gaan invoeren. Of er werkelijk snelle veranderingen zullen komen hangt vooral af van de vraag of de beroepsgroep daar nu al het nut van inziet. Pas wanneer de beroepsgroep de impact van de toetsing op de ontwikkeling van de AGIO groot genoeg zal schatten en ten tweede de noodzaak voldoende zal voelen om gedegen besluiten te nemen over geschiktheid van AGIO’s zal er veel in toetsing geïnvesteerd gaan worden.
Kwaliteitscriteria als betrouwbaarheid en validiteit spelen een rol bij de keuze van toetsvormen, en het denken in ‘rollen’ die de gynaecoloog moet bekleden helpt bij het beschrijven van wat moet worden getoetst. De CanMEDS 2000-rollen lijken valide voor de Nederlandse gynaecologische praktijk. Gepleit wordt voor een competentiegerichte toetsing met een geschikte mix van toetsmethoden. Het gaat hier om schriftelijke toetsen van kennis en begrip, simulatietoetsen van praktijksituaties en de toetsing van het functioneren in de medische praktijk. In een portfolio, waarin de toetsresultaten overzichtelijk gebundeld worden, zullen door de AGIO zelfreflecties worden vastgelegd op diens ontwikkeling in de CanMEDS-rollen. Bovendien worden in de portfolio taken voor de komende periode vastgelegd.
Voor de ontwikkeling van een dergelijk toetsbeleid is een goede samenwerking nodig tussen onderwijskundigen en gynaecologen. Voor de implementatie ervan zijn projectmatig denkende verandermanagers nodig.
Een goed toetsbeleid kan een grote impact hebben op de effectiviteit van de opleiding en kan dienen als verbeterde kwaliteitsgarantie voor afgeleverde gynaecologen. (Scheele F, Puyenbroek JI, Wolf B, Schutte MF, Schade MI. Toetsing in de opleiding tot gynaecoloog. Tijdschrift voor Medisch Onderwijs 2004;23(1):40-50.)