Redactioneel

Informatie
Auteurs
P. M. J. Stuyt
Soort article
Redactioneel
Verscheen in

Op dit moment komen in tal van de discussies binnen de gezondheidszorg aspecten van onderwijs en opleiding aan de orde. Het gaat om inhoudelijke zaken, zoals de innovatie van de opleidingen, en om financieel-logistieke, zoals de introductie van het opleidingsfonds, met alle consequenties van dien. Congressen en bijeenkomsten op het gebied van onderwijs, nationaal en internationaal, trekken steeds meer bezoekers. Wetenschappelijk onderzoek wordt gepresenteerd, ervaringen worden uitgewisseld. Het aantal onderwijspublicaties neemt navenant toe. Daarom is het goed dat ook algemene medische tijdschriften hiervoor in toenemende mate ruimte creëren. De samenwerking tussen het Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde en TMO (de rubriek pro en contra in medisch onderwijs) is in deze zin een vruchtbare bijdrage.

Soms wordt in deze algemene tijdschriften zelfs een heel nummer aan onderwijs en opleiding gewijd. Een fraai voorbeeld hiervan is de recente thema-uitgave van de prestigieuze JAMA (Journal of the American Medical Association) van 5 2007. Er staat o.a. een interessante publicatie uit Canada in over de voorspellende waarde van toetsing op communicatieve vaardigheden voor klachtenprocedures.1 De dossiers van een cohort van ruim 3400 artsen werden nagetrokken. Het merendeel van de onderzochte klachten betrof als te verwachten de communicatie tussen artsen en patiënten. Het bleek dat een lage score bij het artsexamen op het gebied van communicatieve vaardigheden gepaard ging met een significant grotere kans op klachtenprocedures in de jaren daarna. Dit onderstreept het belang van aandacht voor training, toetsing en ook nascholing op het gebied van communicatieve vaardigheden. Niet voor niets is de rol van communicator één van de zeven rollen in het zogenaamde CanMeds-model, dat de algemene competenties van de medisch specialist beschrijft.

Bij de innovatie van de specialistenopleiding ligt er dan ook nadruk op training van deze algemene disciplineoverstijgende competenties. Deels krijgt dit aandacht bij het opleiden in de dagelijkse medische praktijk, maar dat gebeurt niet vanzelfsprekend. Separaat daarvan is dus iets extra’s nodig. Daarom wordt in alle OOR’s (Onderwijs- en Opleidingsregio’s) gewerkt aan disciplineoverstijgend cursorisch onderwijs om deze algemene competenties te trainen. De NFU (Nederlandse Federatie van UMC’s) heeft deze initiatieven binnen de verschillende OOR’s geïnventariseerd ten einde afstemming in de leerdoelen te krijgen en onderwijsprogramma’s en -materiaal te kunnen uitwisselen. Binnenkort geeft de NFU hierover een brochure uit. De cursussen betreffen o.a. communicatie & attitude, evidence based medicine, klinische onderwijskunde, gezondheidsrecht & ethiek, patiëntveiligheid, en management in de gezondheidszorg. Deze informatie kan opleidingsinstellingen en -regio’s helpen om nog ontbrekende cursussen op te zetten en bestaande zonodig verder te verbeteren.

Op het moment dat u dit leest, is het NVMO-congres 2007 alweer achter de rug. Dit nummer begint met de tekst van de laudatio, uitgesproken door prof. dr. Ed van der Veen bij de uitreiking van de Han Moll Penning aan prof. dr. Herman van Rossum tijdens het congres. Verder vindt u in dit nummer een bijdrage van prof. dr. L. de Caluwé die op het congres in 2006 de hoofdlezing gaf. Ongetwijfeld zult u bij het lezen van zijn verhaal met een glimlach terugdenken aan zijn succesvolle lezing destijds. Onderwijsvernieuwing is veranderen: je hebt met veel partijen te maken. Het verhaal van de Caluwé helpt te begrijpen waarom mensen op een bepaalde wijze reageren en hoe je hier mee om kunt gaan. In dat verband is ook het artikel van Bakker en Meininger in dit nummer interessant; zij geven tips om tot een succesvolle implementatie van een modern opleidingsplan te komen.

Banner
Banner
Banner

Zorgverleners voor de wereld van morgen

15 en 16 mei Hotel Zuiderduin in Egmond aan Zee