Het bespreken en beoordelen van Professioneel Gedrag (PG) staat volop in de belangstelling bij de opleiding geneeskunde en de vervolgopleidingen. Door het geven van feedback probeert men waar nodig het professioneel gedrag te verbeteren en de positieve aspecten te benadrukken. Bijsturing van het gedrag is in het belang van het individu, de onderwijsinstelling en de maatschappij. Met het bespreken en beoordelen van professioneel gedrag moet men vroeg in het curriculum beginnen. Het liefst dient dit meerdere malen per jaar, in meerdere onderwijssituaties en door meerdere beoordelaars plaats te vinden, en een longitudinaal karakter te hebben. Hierbij is het van groot belang dat zowel studenten als docenten goed geïnformeerd zijn over de procedure, de achtergronden van de bespreking en de beoordeling van professioneel gedrag alsmede over het aangeboden pakket aan onderwijsactiviteiten. De begeleidingsmaatregelen en gemaakte afspraken moeten goed vastgelegd zijn. Bij het merendeel van de studenten leidt goede begeleiding tot verbetering. Is bijsturing van professioneel gedrag niet mogelijk, dan dient het consilium abeundi met de student besproken te worden. Geeft de student hieraan geen gehoor dan zijn er na voltooiing van het eerste jaar in de huidige Wet op Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek (WHW) juridisch helaas weinig mogelijkheden om de student de toegang tot onderwijs, tentamens en examens te weigeren. Wel is het zo dat het de student praktisch onmogelijk gemaakt kan worden zijn studie voort te zetten. In de nog aan te nemen Wet op Hoger Onderwijs en Onderzoek (WHOO) is wel in een bindend studieadvies en consilium abeundi voorzien.