Samenvatting
Op nationaal en internationaal niveau wordt gepleit voor onderwijs over complementaire behandelwijzen in de medische opleiding. Aan de hand van een systematische inventarisatie wordt een beeld geschetst van de huidige omvang en de inhoud van het onderwijs over complementaire behandelwijzen aan de Nederlandse medische faculteiten. Daarnaast wordt op basis van een literatuuronderzoek een overzicht gegeven van de situatie in het buitenland.
Op zeven van de acht medische faculteiten in Nederland zijn er onderwijsactiviteiten op het gebied van complementaire behandelwijzen. Het onderwijs heeft echter een weinig gestructureerd karakter: het meeste onderwijs wordt gegeven in de vorm van keuzeonderwijs, het aantal participerende studenten is beperkt en het onderwijs heeft weinig consistentie in de tijd.
In de VS en Canada heeft het merendeel van de medische faculteiten complementaire behandelwijzen in het onderwijspakket. In Europa is het aantal faculteiten met onderwijs op dit gebied aanzienlijk lager. Nederland lijkt wat betreft de aandacht voor dit onderwerp meer op de VS en Canada dan op andere Europese landen.
De auteurs concluderen dat onderwijs over complementaire behandelwijzen past binnen de opvattingen over medisch onderwijs in Nederland. Zij pleiten voor een meer gestructureerde aandacht voor onderwijs over complementaire behandelwijzen aan de Nederlandse medische faculteiten. (Dijk PA van, Spee EMW, Rijswijk E van, Gorgels W. Onderwijs over complementaire behandelwijzen in de medische opleiding. Tijdschrift voor Medisch Onderwijs 2008;27(4):191-202.)
Summary
The inclusion of instruction in complementary and alternative medicine (CAM) in medical education is being advocated both nationally and internationally. We present an overview of the scope and content of educational activities concerning complementary and alternative medicine in the Dutch faculties of medicine and the results of a literature search concerning the situation outside the Netherlands. Of the total of eight Dutch faculties of medicine, seven offer alternative medicine instruction. These educational activities are not well integrated into the curriculum. Elective courses predominate, participation is limited and activities show little continuity over time. In the USA and Canada most medical schools offer instruction in complementary medicine. The number of European medical schools offering this type of education is considerably lower. The situation in the Netherlands concerning medical education in complementary medicine bears a stronger resemblance to the situation in the USA and Canada than to that in European countries. Education in complementary and medical education appears to be in line with the current objectives of medical education in the Netherlands. The authors advocate efforts to make complementary and alternative medicine a structural component of medical education in the Netherlands. (Dijk PA van, Spee EMW, Rijswijk E van, Gorgels W. The position of complementary and alternative medicine in undergraduate medical education. Dutch Journal of Medical Education 2008;27(4):191-202.)