Samenvatting
Inleiding:
In Vlaanderen bestaat sinds 1997 een toelatingsexamen ‘Arts en Tandarts’. Voorgaande studies laten zien dat de toetsen over wetenschapsvakken en de redeneerproef een goede voorspellende kracht bezitten in tegenstelling tot het arts-patiëntgesprek. Een nadeel van voorgaande studies was dat het globale eindresultaat in de eerste kandidatuur als criterium fungeerde. Daarom onderzoekt deze studie de voorspellende waarde op een gedetailleerder manier waarbij de uitslagen op de verschillende vakken bij iedere universiteit afzonderlijk als criterium fungeren.
Methode:
De steekproef omvat een groep medische studenten die slaagden voor het toelatingsexamen en die voor het academiejaar 2000-2001 een eindresultaat behaalden in hun eerste kandidatuur. Alleen universiteiten met meer dan vijftig studenten werden in de analyses opgenomen. Drie universiteiten met samen 272 studenten namen deel aan het onderzoek. Predictoren in deze studie zijn de scores op de proeven van het toelatingsexamen (biologie, fysica, scheikunde, wiskunde, redeneerproef, stilleestekst en arts-patiëntgesprek). Als criteria fungeren de scores op de vakken en de totaalscore in de eerste kandidatuur.
Resultaten:
De wetenschapsproeven van het toelatingsexamen blijken goede predictoren te zijn voor de wetenschapsvakken in de opleiding. De correlatie met de totaalscore in de eerste kandidatuur is hoog. Het arts-patiëntgesprek correleert hoog met het enige klinische vak in de opleiding.
Algemene conclusie:
Het toelatingsexamen is een valide voorspeller van toekomstig academisch succes in de opleidingen geneeskunde en tandheelkunde. Niettegenstaande het artspatiëntgesprek in voorgaande studies geen voorspellende kracht had voor de totaalscore in de eerste kandidatuur, is er wel degelijk een hoge correlatie met een klinisch vak in de eerste kandidatuur. (Buyse T, Lievens F. Het toelatingsexamen ‘Arts en Tandarts’ in Vlaanderen: een analyse op het niveau van vakken en universiteiten. Tijdschrift voor Medisch Onderwijs 2003;22(1):10-17.)