Samenvatting
Inleiding
In het kader van een evaluatie van een zelfstudiepakket voor basiscommunicatievaardigheden,bedoeld voor zowel geneeskundestudenten als studenten uit andere opleidingen tot hulpverlener, werden toetsen samengesteld om deze vaardigheden, onafhankelijk van medische inhoud, te meten.
Methode
Voor elk van de drie basisdimensies, ‘luisteren’, ‘vragen stellen’ en ‘informeren’,werd een station ontwikkeld met een gestandaardiseerde gesprekspartner. Daarnaast werden vier schriftelijke toetsen en vier videotoetsen ontwikkeld. De toetsen werden afgenomen bij geneeskundestudenten uit het vierde jaar, huisartsgeneeskundestudenten (uit het zevende jaar) en farmaciestudenten (uit het vierde jaar). Na itemanalyse resteerden drie versies van zowel de schriftelijke als de videotoetsen, zodat in totaal sprake was van zeven toetsen.
Resultaten
De stationstoets bleek betrouwbaarder te zijn dan de andere toetsen. De huisartsgeneeskundestudenten, die een communicatietraining hadden gevolgd, behaalden op vijf van de zeven toetsen een significant hogere score dan de geneeskundestudenten, die geen communicatietraining hadden gevolgd. De stationstoets, schriftelijke toetsen en videotoetsen correleerden onderling slechts beperkt.
Conclusie
De hogere scores van de studenten huisartsgeneeskunde vormen een aanwijzing voor de validiteit van de toetsen. De beperkte onderlinge correlatie duidt erop dat de toetsen verschillende aspecten van communicatievaardigheid meten. Een betrouwbare en valide beoordeling van basiscommunicatievaardigheden moet daarom uit verschillende toetsen bestaan. De toetsen meten algemene communicatievaardigheden. Om medische communicatievaardigheden te meten zouden vergelijkbare toetsen gebruikt kunnen worden waarvan de inhoud betrekking heeft op verschillende medische probleemsituaties. (Beullens J, Aubry C, Jaspaert H. De psychometrische kwaliteit van drie toetsen voor basiscommunicatievaardigheden. Tijdschrift voor Medisch Onderwijs 2001;20(2):54-60.)