Samenvatting
Inleiding: Uit onderzoek blijkt dat bij portfoliogebruik begeleiding een cruciale rol speelt. Het doel van dit artikel is te onderzoeken op welke wijze deze begeleiding geïmplementeerd is in de medische basis- en vervolgopleidingen.
Methode: De resultaten van zes interviews met voorlopers in de toepassing van portfolio’s in het medisch onderwijs zijn gebruikt om een vragenlijst te ontwikkelen; deze vragenlijst is verspreid onder 30 coördinatoren van portfolioprogramma’s binnen de basis- en vervolgopleidingen in Nederland en Vlaanderen.
Resultaten: Uit de interviews kwamen vier hoofdaspecten van het portfoliobegeleidingsproces naar voren: onderwijskundig doel, individuele voortgangsgesprekken, groepsbijeenkomsten en karakteristieken van de begeleiders. Op basis van de antwoorden op de vragenlijst zijn 16 portfolioprogramma’s uit de basisopleidingen en 14 portfolio-implementaties uit de vervolgopleidingen beschreven. Het geven van feedback en het stimuleren van reflectie zijn de hoofddoelen van het begeleidingsproces. Het voeren van individuele voortgangsgesprekken blijkt een favoriete begeleidingsmethode te zijn. Onderwijs in kleine groepen om reflectief portfoliogebruik te ondersteunen, komt vooral voor in de basisopleiding. De begeleiders zijn meestal clinici die een training hebben gehad ter voorbereiding op deze begeleidende taak.
Conclusie: Deze studie geeft een overzicht van de diverse wijzen waarop de begeleiding bij het portfoliogebruik vormgegeven is. (Dekker H, Driessen E, Braak E ter, Scheele F, Slaets J, Molen T van der, Cohen-Schotanus J. Begeleiding van het portfoliogebruik in de medische–basis- en vervolgopleiding. Tijdschrift voor Medisch Onderwijs 2010;29(2):135–145.)
Summary
Aim: Mentoring is widely acknowledged as being crucial for portfolio learning. The aim of this study is to examine how mentoring portfolio use has been implemented in undergraduate and postgraduate settings.
Method: The results of interviews with six key persons involved in setting up portfolio use in medical education programmes were used to develop a questionnaire, which was administered to thirty coordinators of undergraduate and postgraduate portfolio programmes in the Netherlands and Flanders.
Results: The interviews yielded four main aspects of the portfolio mentoring process–educational aims, individual meetings, small group sessions and mentor characteristics. Based on the questionnaire data, sixteen undergraduate and fourteen postgraduate programmes were described. Providing feedback and stimulating reflection were the main objectives of the mentoring process. Individual meetings were the favourite method for mentoring (twenty-six programmes). Small group sessions to support the use of portfolios were held in sixteen programmes, mostly in the undergraduate setting. In general, portfolio mentors were clinically qualified academics trained for their mentoring tasks.
Conclusion: This study provides a variety of practical insights into implementing mentoring processes in portfolio programmes. (Dekker H, Driessen E, Braak E ter, Scheele F, Slaets , Molen T van der, Cohen-Schotanus J. Mentoring portfolio use in undergraduate and postgraduate medical education. Netherlands Journal of Medical Education 2010;29(2):135–145.)