Context / probleemstelling of aanleiding
Probleemstelling:
Instellingen voor medisch hoger onderwijs wijzen vaak een mentor toe aan hun studenten om hun persoonlijke en professionele ontwikkeling te bevorderen. Hoe “mentoring” in de praktijk wordt uitgevoerd verschilt van mentor tot mentor, aangezien het onder andere het resultaat is van complexe interacties tussen de professionele omgeving van een mentor en diens opvattingen over wat mentoring is en hoe ze dit in de praktijk zouden kunnen brengen (Loosveld et al., 2020). Als mentoring daarom wordt gezien als een relatie die bestaat uit ‘interacties gericht op individuele ontwikkeling’ is het lastig en wellicht zelfs onwenselijk om vast te leggen hoe zo’n relatie eruit zou moeten zien. Dit zou mentoren namelijk het gevoel kunnen geven dat zij geforceerd op een bepaalde manier hun rol moeten uitvoeren, in plaats van zich te kunnen richten op het ontwikkelen van een relatie met hun mentee die gebaseerd is op hun eigen opvattingen van wat mentoring is en hoe dat in de praktijk gebracht zou kunnen worden.
Wanneer men binnen docentprofessionalisering gebruik wil maken van deze opvattingen, bijvoorbeeld tijdens mentorintervisiesessies, moeten deze eerst inzichtelijk en bespreekbaar gemaakt worden. In eerder werk (Loosveld et al., 2020) is dit op basis van het persoonlijk interpretatiekader van Kelchtermans (2009) met behulp van interviews gedaan. Daaruit kwamen vier mentorprofielen naar voren: de facilitator, de coach, de monitor, en het model. De profielen verwijzen naar patronen in de mentoropvattingen met betrekking tot bijvoorbeeld het doel van de mentorrelatie, waardevolle gespreksondewerpen, wie de initiator van gesprekken is, en hoe dit alles in de praktijk wordt gebracht.
Er is op dit moment geen instrument beschikbaar waarmee mentoren zelfstandig hun mentoropvattingen inzichtelijk kunnen maken. Het doel van de huidige studie was dan ook om een vragenlijst te ontwikkelen en basale valideringsgegevens te verzamelen waarmee mentoropvattingen gereconstrueerd kunnen worden in verschillende professionele omgevingen.
Methode:
De vragenlijst werd ontwikkeld op basis van de interviewstudie (Loosveld et al., 2020). Items zijn door middel van uitgebreide discussies, cognitieve interviews en een pilotronde getest. Met de doorontwikkelde vragenlijst met twintig vragen op een 5-punts Likertschaal werden vervolgens tussen december 2019 en april 2020 data verzameld onder een groep internationale mentoren (N = 228). De interne structuur en de betrouwbaarheid van de scores werden berekend.
Resultaten (en conclusie):
Principal Access Factoring met een parallelle analyse (Direct Oblimin-rotatie, Delta = 0) resulteerde in 4 factoren die 30% van de variantie verklaarden. Om de interne consistentie van de subschalen te bepalen werd Cronbachs alfa voor alle factoren berekend. Deze varieerde tussen .42 en .75. De factoren zijn in lijn met voorafgaand kwalitatief onderzoek (Loosveld et al., 2020) en sluiten deels aan bij de profielindeling die hierbij gevonden werd.
Discussie :
Door de vragenlijst nationaal en internationaal te verspreiden werd theoretisch inzicht verkregen in de verschillende manieren waarop mentoren in verschillende professionele contexten hun eigen mentoring zien. De vragenlijst kan dienen als een instrument om mentoropvattingen inzichtelijk en bespreekbaar te maken, en zo bijvoorbeeld discrepanties tussen opvattingen en de praktijk in beeld te brengen. Deze reflecties kunnen een startpunt zijn in mentorworkshops of -intervisiebijeenkomsten en daarmee uiteindelijk bijdragen aan docentprofessionalisering op de lange termijn. Het studentperspectief blijft vooralsnog onbelicht en het verdient aanbeveling dit ook te onderzoeken.
Referenties:
Kelchtermans, G. (2009). Who I am in how I teach is the message: Self-understanding, vulnerability and reflection. Teachers and Teaching, 15, 257-272.
Loosveld, L. M., Van Gerven, P. W. M., Vanassche, E., & Driessen, E. W. (2020). Mentors’ beliefs about their roles in health care education: A qualitative study of mentors’ personal interpretative framework. Academic Medicine (publish ahead of print). doi:10.1097/acm.0000000000003159