Welke factoren dragen bij aan de ervaren distress van PhD studenten in de medische context?

Informatie
Auteurs
H.J. Boer
J. Fleer
M.J. Smit
Organisatie
UMC Groningen
Congres
Heilige huisjes - Congres 2020
Context / probleemstelling of aanleiding

Probleemstelling:

Recente literatuur laat zien dat de prevalentie van psychologische distress onder PhD studenten (PhDs) hoog is, ook in de medische context (bijv. van Rooij, Fokkens-Bruinsma, Jansen & van der
Meer, 2019). Psychologische distress (hierna distress) wordt vaak gedefinieerd als een emotionele verstoring die gekarakteriseerd wordt door symptomen van depressie en angst, en invloed kan hebben op het dagelijks leven en sociaal functioneren. Het doel van de huidige studie is het inzicht krijgen in de ervaren distress onder PhDs in de medische context en in de factoren die helpen tegen deze distress of juist distress uitlokken.

Methode:

Als eerst zijn alle PhDs van de Graduate School of Medical Sciences van het Universitair Medisch Centrum in Groningen uitgenodigd voor een korte screeningsquestionnaire (GHQ-12). Vervolgens is een random sample van PhDs met hoge niveaus van distress (≥4 symptomen op de GHQ-12) en een random sample van PhDs zonder distress (0 symptomen), beide gestratificeerd voor geslacht en nationaliteit, uitgenodigd voor een interview.

Resultaten (en conclusie):

1521 PhDs hebben de vragenlijst ontvangen en 597 hebben deze volledig ingevuld (completion rate 39.3%), van wie 40.5% hoge niveaus van distress rapporteerden en 26.6% geen distress. De interviews met 22 PhDs met een hoog niveau van distress en 21 PhDs zonder distress lieten verschillende invloedrijke factoren zien die konden worden gecategoriseerd binnen de volgende thema’s: 1) de PhD student zelf (bijv. perfectionisme), 2) de supervisor (bijv. beschikbaarheid), 3) de werkomgeving (bijv. competitie onder collega’s) en 4) werken in een internationale setting (bijv. verschillen in culturele normen). Binnen deze thema’s zijn er factoren die zowel distress uitlokken als helpen tegen distress (bijv. een goed bereikbare supervisor kan helpen tegen distress, waar een slecht bereikbare supervisor juist distress uitlokt).

Discussie :

Meer dan 40% van de ondervraagde PhDs ervaren hoge niveaus van distress en de oorzaken van deze distress kunnen niet alleen aan PhDs zelf worden toegeschreven; het lijkt op een breder academisch probleem. Het was niet mogelijk om één factor aan te wijzen die onderscheid maakt tussen de PhDs die geen last hebben van hoge distress en de PhDs die wel hoge niveaus van distress ervaren, het was meer een (dis)balans tussen helpende en hinderende factoren die het onderscheid maakte. Een volgende stap is het bewustzijn verhogen onder PhDs en Graduate Schools over de factoren die niveaus van distress beïnvloeden en het ontwikkelen van beleid en onderwijs om distress te verminderen. Hierbij volstaat het niet om alleen te focussen op PhDs, veranderingen op systeemniveau zijn ook vereist. Denk hierbij aan het invoeren van een ‘best practice’ waarbij een afdeling waar samenwerken gestimuleerd wordt als voorbeeld dient voor andere afdelingen om de sfeer op een afdeling te verbeteren en op zijn beurt het welzijn van de PhDs te vergroten.

Referenties:

van Rooij, E., Fokkens-Bruinsma, M. Jansen, E. & van der Meer, Y. (2019). Wellbeing Survey 2018 – Aspects of University of Groningen PhD students’ wellbeing.

Banner
Banner
Banner

Zorgverleners voor de wereld van morgen

15 en 16 mei Hotel Zuiderduin in Egmond aan Zee