Context / probleemstelling of aanleiding
Context/probleemstelling of aanleiding:
Effectief werkplekleren tijdens coschappen vereist dat coassistenten actief betrokken zijn tijdens alledaagse klinische activiteiten. De supervisor van coassistenten, vaak de arts-assistent, speelt een belangrijke rol om leermomenten te herkennen, benutten en creëren. Supervisie is echter complex in een context waar patiëntenzorg prioriteit heeft boven leren. Er zijn veel interview en focusgroep studies gedaan naar factoren die het leren en superviseren tijdens coschap beïnvloeden. Echter, deze methoden zijn niet toereikend om te begrijpen welke beslissingen arts-assistenten en coassistenten in het moment maken om de coassistent al dan niet actief te betrekken. Deze beslissingen zijn namelijk soms niet eens bewust. Hiervoor is meer dan enkel zelf-gerapporteerde data nodig. Video Reflexive Ethnography (VRE) is een methode die effectief is om complexe processen als interacties tussen arts-assistent en coassistent gericht op leren tijdens patiëntenzorg te onderzoeken (1).
Beschrijving van de interventie/innovatie:
VRE bestaat uit 4 onderdelen: 1) observeren, 2) filmen, 3) terugkijken en bespreken van filmfragmenten met participanten en onderzoekers tijdens reflexieve sessies, en 4) analyse van deze bespreking en praktijkverbetering. Een viertal principes zijn leidend in de VRE-methodologie: ‘collaboration’, ‘reflexivity’, ‘exnovation’ en ‘care’ (1). In deze studie observeren we 4 coassistenten en de arts-assistenten die hen superviseren op verschillende locaties tijdens het coschap kindergeneeskunde (bijv. poli, SEH of afdeling). Na enkele dagen observatie bespreken we met hen welke momenten interessant zijn om te filmen en te bespreken in het licht van onze onderzoeksvragen (‘collaboration’). Tijdens de reflexieve sessies beschrijven de coassistent en arts-assistent met behulp van de videofragmenten hoe hun leren en superviseren tot stand is gekomen (‘reflexivity’). Zo krijgen de participanten inzicht in hun eigen werkwijzen wat hen helpt hun praktijk te verbeteren. Het leren van wat al aanwezig is, is een cruciaal element van deze methode (‘exnovation’). Tot slot staat ‘care’ centraal: duidelijke voorlichting van participanten en non-participanten (zorgverleners en patiënten), afstemming met participanten van elke stap in het onderzoek en een veilige omgeving voor filmopnames en groepsdiscussies. Door te focussen op wat goed gaat proberen we inzicht te krijgen in leren en superviseren in de dagelijkse hectiek van de kliniek om vanuit deze inzichten de supervisie praktijk te verbeteren.
Ervaringen/analyse van de implementatie:
Tijdens het NVMO-congres bespreken we onze VRE-methodologie ervaringen, inclusief het ethische toestemmingsproces, werving van participanten, informeren van non-participanten en delen we de eerste uitkomsten over leren en superviseren.
Lessons learned (implicaties voor de praktijk):
Uitkomsten van deze studie zullen bijdragen aan onderwijs dat coassistenten en arts-assistenten voorbereidt op leren en superviseren in de praktijk.
Referenties (max. 2):
(1) Ajjawi R, Hilder J, Noble C, Teodorczuk A, Billett S. Using video-reflexive ethnography to understand complexity and change practice.Med Educ. 2020 Oct;54(10):908-914