Context / probleemstelling of aanleiding
Context/probleemstelling of aanleiding:
In het LUMC doen jaarlijks honderden masterstudenten van verschillende opleidingen hun onderzoeksproject in binnen- of buitenland. Studenten zien elkaar en docenten dan nauwelijks en het is een uitdaging om hen allen te begeleiden in het schijven van hun masterscriptie. Om dit probleem op te lossen, en om studenten op te leiden tot zelfregulerende professionals, is in het project ‘Ask your Peer’ binnen drie masteropleidingen een peerfeedbackcyclus ontwikkeld waarin studenten zelf peerfeedback vragen op hun masterscriptie en peerfeedback geven op masterscripties van medestudenten. Hiermee leren zij belangrijke professionele vaardigheden voor hun toekomstige carrière, zoals reflecteren, werk van anderen beoordelen en constructief feedback geven.
Beschrijving van de interventie/innovatie:
Communicatiedocenten, programmadirecteuren en onderwijsspecialisten werkten samen om een elektronische leeromgeving voor peerfeedback te ontwikkelen. In deze omgeving reflecteren studenten op hun schrijfvaardigheden, volgen zij een training in peerfeedback en academisch schrijven en zien zij voorbeeldteksten. Hierna schrijven zij een conceptversie van hun scriptie en uploaden deze conceptversie, inclusief feedbackvragen aan medestudenten, in de leeromgeving. Vervolgens geven zij peerfeedback op conceptversies van twee medestudenten. Daarna lezen zij de ontvangen peerfeedback en kiezen welke feedback zij verwerken.
Ervaringen/analyse van de implementatie:
Bij twee van de drie opleidingen deden studenten vrijwillig mee aan de peerfeedbackcyclus. In een willekeurig getrokken steekproef van 20 studenten werden 46 feedbackvragen gesteld, waarvan 50% gericht op inhoud, 13% op schrijfstijl en 13% op tekststructuur. Slechts 9% van de feedbackvragen was gericht op (relatief eenvoudige) correcties van spelling- en grammatica. De 20 studenten ontvingen in totaal 372 feedbackcommentaren, waarvan 14% positief en 75% constructief (1% was onduidelijk). De constructieve opmerkingen bevatten voor 93% concrete verbetersuggesties.
Vragenlijstresultaten toonden dat studenten (n = 33) positief waren over peerfeedback als algemene vaardigheid en redelijk positief over de peerfeedback die ze ontvingen. Volgens de communicatiedocenten werden studenten na herhaaldelijke peerfeedbackcycli steeds beter in peerfeedback geven en stelden zij steeds gerichtere feedbackvragen. Bij één van de opleidingen is de peerfeedbackcyclus daarom reeds opgeschaald naar het hele curriculum.
Lessons learned (implicaties voor de praktijk):
Zelfregulerende peerfeedback is het effectiefst als het in het hele curriculum wordt geïmplementeerd. Studenten krijgen dan de kans om hun feedbackvaardigheden te oefenen en leren steeds gerichtere feedbackvragen stellen. Er is een ‘spillover effect’: zelfregulerende peerfeedback wordt nu ook in andere curricula en in offline onderwijs gebruikt. Studenten blijken erg behulpzaam: zij geven elkaar constructieve peerfeedback en ook veel meer feedback dan alleen antwoorden op de feedbackvragen. Externe sturing in de vorm van vaste deadlines lijkt echter een voorwaarde voor succes. In de derde masteropleiding waren die deadlines er niet en studenten gaven elkaar daar geen peerfeedback. Zowel intrinsieke als extrinsieke motivatie lijken dus cruciaal voor succes.