Context / probleemstelling of aanleiding

Probleemstelling:

De toenemende (technologische) ontwikkelingen in de zorg maken dat artsen hun gehele carrière op de hoogte moeten blijven van en uit de voeten moeten kunnen met deze ontwikkelingen. Artsen zullen levenslang moeten blijven leren, waarbij de werkplek de belangrijkste leeromgeving is. Hoewel levenslang leren essentieel is, is weinig bekend over hoe artsen dat doen en hoe dat het beste geleerd kan worden in de opleiding [1]. Wel is uit onderzoek bekend dat leren op de werkplek beïnvloed wordt door de mogelijkheden die zich voordoen en de wijze waarop artsen daar mee omgaan [2]). De ingrijpende verandering in de zorg als gevolg van de COVID-pandemie bood een unieke gelegenheid om te verkennen hoe artsen in opleiding en hun opleiders omgaan met een nieuwe ontwikkeling vanuit het perspectief van levenslang leren.

Onze onderzoeksvraag was: Wat zijn betekenisvolle leerervaringen voor AIOS en opleiders wanneer zij geconfronteerd worden met een nieuw en complex aspect van het beroep en wat leren zij daarvan?

Methode:

Deze studie is onderdeel van een onderzoek naar een innovatie in de huisartsopleiding. Alle 7 derdejaars AIOS met hun opleiders (10) bij de innovatie betrokken zijn, namen deel aan de studie.

We hebben een kwalitatieve case studie uitgevoerd. Betekenisvolle leerervaringen zijn gedefinieerd als sleutelmomenten voor leren over zorg in tijden van COVID. In semigestructureerde interviews zijn AIOS en opleiders gevraagd naar deze sleutelmomenten en wat zij daarvan leerden. De interviews zijn opgenomen en getranscribeerd. De transcripten zijn volgens thematische analyse inductief geanalyseerd (IM). Om navolgbaarheid (comformability) van resultaten te vergroten zijn 6 transcripten door een tweede onderzoeker gecodeerd (IAS of MvdB). Verschillen in codering werden besproken totdat consensus werd bereikt.

Resultaten (en conclusie):

Leerervaringen van AIOS en wat zij daarvan geleerd hebben.

Wij onderscheidden drie leerervaringen bij de AIOS. 1) Medisch niet correct handelen m.b.t. COVID:

bewustwording van gevolgen van te veel focus op een nieuwe ziekte. 2) Iets anders doen dan je gewend bent, zoals telefonisch triëren van Corona-patiënten. Daardoor ontwikkelden AIOS nieuwe vaardigheden. 3) Verschil in opvatting tussen AIOS en opleider in het omgaan met COVID in de praktijkvoering. Daarvan leerden zij hun positie te vinden in het omgaan met COVID.

Leerervaringen van opleiders en wat zijn daarvan geleerd hebben.
Voor opleiders onderscheidden wij twee leerervaringen. 1) Aanpassen van de praktijkvoering. Daarvan leerden zij enerzijds hun rol te nemen in het management van een veranderende organisatie en anderzijds om te innoveren met e- health n.a.v. inzet van digitale hulpmiddelen. 2) Opleidingssituatie verandert door andere praktijkvoering als gevolg van COVID. Opleiders zochten naar andere dan de gebruikelijke manieren om inzicht te krijgen in het functioneren van de AIOS.

Concluderend, leerervaringen van AIOS hadden betrekking op:

bewustwording van het belang én risico van nieuwe kennis, ontwikkeling van nieuwe vaardigheden en professionele identiteitsvorming. Leerervaringen van opleiders waren gericht op de praktijkvoering en de veranderde opleidingssituatie.

Discussie :

Deze exploratieve studie naar levenslang leren op de werkplek voegt iets toe aan de theorie van Billet (2001). Door de veranderingen werden AIOS en opleiders getriggerd om te zoeken naar andere manieren om hun werk te kunnen doen, zowel t.a.v. dokteren als t.a.v. opleiden. AIOS en opleiders verschilden in wat zij leerden. Wat dit betekent voor de opleiding (srelatie) is onderwerp van ons vervolgonderzoek.

Referenties:

1. Berkhout, J.J., Helmich, E., Teunissen, P.W., van der Vleuten, C.P.M. and Jaarsma, A.D.C. (2018), Context matters when striving to promote active and lifelong learning in medical education. Med Educ, 52: 34-44. https://doi.org/10.1111/medu.13463

2. Billett, S. (2001), “Learning through work: workplace affordances and individual engagement”, Journal of Workplace Learning, Vol. 13 No. 5, pp. 209-214. https://doi.org/10.1108/EUM0000000005548