Onderzoek naar evidence-based geneeskunde onderwijs in de ouderengeneeskunde: Wat artsen in opleiding vinden van de wetenschap en een verplicht wetenschappelijk leeronderzoek

Informatie
Auteurs
B.W.C. Ommering
J.T. van der Steen
W.H. Tong
Organisatie
LUMC
Congres
Heilige huisjes - Congres 2020
Context / probleemstelling of aanleiding

Context/probleemstelling of aanleiding:

Volgens de eindcompetenties in het raamplan artsopleiding (Herwaarden et al., 2009), zou elke arts onderzoeksresultaten moeten kunnen interpreteren en levenslang moeten blijven leren. Wat men vindt van wetenschappelijk onderzoek, zoals perceptie en motivatie om zelf onderzoek te doen, is van belang voor de professionalisering van medische disciplines. We weten weinig over zulke opvattingen over onderzoek en evidence-based geneeskunde (EBM) onderwijs onder specialisten ouderengeneeskunde. Het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC) evalueert attitudes ten aanzien van het tijdens de opleiding verplichte wetenschappelijk leeronderzoek (WLO) en brengt daarbij percepties en motivaties rond wetenschappelijk onderzoek in kaart van de arts in opleiding tot specialist (AIOS).

Beschrijving van de interventie/innovatie:

Het WLO werkt met een vooraf vastgestelde, uitgebreide dataverzameling op basis van veldwerk in het verpleeghuis, waarbij de AIOS in groepjes het traject van ontwikkelen van een vraagstelling tot presentatie van de resultaten doorlopen. Het evaluatieonderzoek betreft een “mixed-methods” studie met vragenlijsten met voor-gestructureerde en open vragen en individuele kwalitatieve interviews. De NVMO keurde het protocol goed (protocolnummer 2009.7.7­). De AIOS van drie onderwijsgroepen, gestart in 2018 en 2019, werden gevraagd om deel te nemen. Perceptie van, en motivatie voor onderzoek werden gemeten met gevalideerde meetinstrumenten met items gescoord op een schaal van 1 tot 7, waarbij hoger staat voor positiever (Ommering et al., 2019). “Interpretative phenomenological analyses” (IPA) werd toegepast om met interviews attitude in kaart te brengen.

Ervaringen/analyse van de implementatie:

Van de 38 AIOS vulden 23 (61%) de vragenlijst in, onder wie 15 vrouwen. De gemiddelde score voor perceptie van onderzoek was 4.1 (SD 0.8), voor intrinsieke motivatie 4.8 (SD 1.0) en voor extrinsieke motivatie 4.3 met een hogere SD (1.4). Er was ook diversiteit in de attitudes rond wetenschap en het WLO, gerelateerd aan eerdere ervaringen met het doen van onderzoek of het ontbreken daarvan. Uit de acht gehouden interviews blijkt dat veldwerk als ingewikkeld en de gebruikte statistiek als moeilijk worden ervaren. De interviews worden verder geanalyseerd voor presentatie van de resultaten.

Lessons learned (implicaties voor de praktijk):

In de vragenlijsten en interviews laten AIOS ouderengeneeskunde een diversiteit aan attitudes en verschil in motivatie zien rond het uitvoeren en gebruiken van resultaten van wetenschappelijk onderzoek. Op perceptie en motivatie scoren zij over de hele linie minder positief dan eerstejaarsstudenten geneeskunde van dezelfde universiteit (Ommering et al., 2019). Naar aanleiding van de resultaten zullen wij aanbevelingen formuleren om het WLO beter te laten aansluiten op de wensen en behoeften van onze toekomstige AIOS ouderengeneeskunde.

Referenties:

Herwaarden CLA, et al. Raamplan artsopleiding 2009: Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra (NFU).

Ommering BWC, et al. BMJ Open 2019 July 23;9(7):e028034.

Banner
Banner
Banner

Zorgverleners voor de wereld van morgen

15 en 16 mei Hotel Zuiderduin in Egmond aan Zee