Meerwaarde van de dubbele rol van docent artsen: een observatiestudie van het boundary spanning gedrag van huisartsdocenten binnen het klaslokaal

Informatie
Auteurs
H.J. Brouwer
Organisatie
UMC Utrecht
Congres
2024
Context / probleemstelling of aanleiding

Probleemstelling (inclusief theoretische onderbouwing en onderzoeksvraag/vragen):

Docent-artsen bevinden zich in een ideale positie om onderwijs en praktijk met elkaar te verbinden, gezien zij in beide settingen werkzaam zijn. Vanuit hun dubbele rol wordt van hen verwacht dat zij middels boundary spanning (BS) gedrag meerwaarde kunnen realiseren voor studenten. De meerwaarde van docent-artsen is tot dusverre vooral onderzocht voor onderwijs in de klinische praktijk, waar het zien van de docent-arts in zijn professionele rol hem geloofwaardigheid geeft en een rolmodel maakt in de ogen van studenten. Er bestaat echter nauwelijks data over de meerwaarde van docent-artsen in klaslokaal setting. Deze data bestaat bovendien uit interviewstudies, waarbij de geïnterviewde onbewust gedrag niet kan belichten. Gezien BS gedrag observeerbaar gedrag is waarmee het leerpotentieel van de dubbele rol voor studenten kan worden benut, heeft het zin om BS gedrag te bestuderen om zicht te krijgen op de meerwaarde van de dubbele rol in een klaslokaal setting. In de BS literatuur worden drie concepten van gedrag beschreven die in deze context toepasbaar zijn: boundary bridging, boundary making en boundary maintenance. Boundary bridging bestaat uit gedrag dat de grenzen tussen twee settingen verlaagt, boundary making is gedrag waarbij verschillen tussen settingen juist worden benadrukt en boundary maintenance is gedrag waarbij verschillen tijdelijk worden geaccepteerd in het belang van de les. Het doel van deze studie was middels observaties van het BS gedrag van docent-artsen in het klaslokaal zicht te krijgen op hoe zij hun dubbele rol inzetten ten bate van het leren van studenten.

Methode:

Observatiestudie van zes huisartsdocenten tijdens opleidingsterugkomdagen in drie huisartsenopleidingsinstituten in Nederland: Utrecht (n=2), Nijmegen (n=2) en Groningen (n=2). In totaal werden 22 lessen over verschillende lesonderwerpen met viderecorder opgenomen. Een observatie instrument werd opgesteld met de bovengenoemde drie concepten van BS gedrag als lens, en werd tijdens (pilot) observaties verder verfijnd. Indicatoren voor de drie concepten in het instrument waren ‘verbaal’ en ‘non-verbaal gedrag’, en ‘het gebruik van objecten’. Data werd getranscribeerd, geanonimiseerd en geanalyseerd middels NVivo. Ethische goedkeuring voor de studie werd door de ERB-NVMO gegeven.

Resultaten (en conclusie):

In de lessen werden alle drie de BS concepten geobserveerd. Boundary bridging werd veruit het meeste geobserveerd en werd geclassificeerd in 5 subcategorieën: bridging door het inbrengen van eigen praktische ervaringen; door het accentueren van belangrijke praktijkinformatie; door het (ab)normaliseren van ervaringen van studenten; door studenten te stimuleren ervaringen in te brengen; en door het aanmoedigen van actie, zoals het lezen van een boek, om beide settingen te verbinden. Boundary making werd in ongeveer de helft van de lessen geobserveerd en betrof het accentueren van verschillen tussen onderwijs en praktijk, bijvoorbeeld wanneer de docent-arts benoemde dat een medische richtlijn in de praktijk niet goed werkbaar is. Boundary maintenance werd in bijna alle lessen geobserveerd en betrof het afbakenen van de lesstof, door bijvoorbeeld alleen een deel van een consult te oefenen. De indicator ‘verbaal’ werd het meest geobserveerd, maar ook het gebruik van objecten, zoals apps, boeken en hand-outs werden door docent-artsen gebruikt om hun BS gedrag te ondersteunen. Non-verbaal gedrag werd alleen bij enkele subcategorieën van boundary bridging gezien.

Discussie (beschouwing resultaten en conclusie in het kader van de theorie):

In de meeste literatuur heeft boundary spanning het doel om de grenzen tussen twee settingen te verlagen, hetgeen overeen komt met boundary bridging. Deze studie toont aan dat naast veel boundary bridging, docent-artsen in het leslokaal ook gedrag vertonen om grenzen tussen beide werelden juist te behouden (boundary making), of deze in het leslokaal tijdelijk te accepteren (boundary maintenance). Beide creëren ook leerpotentieel voor de studenten: boundary making zal de studenten beter voorbereiden op de praktijkrealiteit en boundary maintenance kan de student behoeden van overbelasting van op dat moment onnodige informatie en meer tijd geven het lastige deel te oefenen.

Referenties:

Beschrijving van de interventie/innovatie:
Ervaringen/analyse van de implementatie:
Lessons learned (implicaties voor de praktijk):
Referenties:
Trefwoorden:

Medische vervolgopleidingen

Wijze van presentatie:
Banner
Banner
Banner

Zorgverleners voor de wereld van morgen

15 en 16 mei Hotel Zuiderduin in Egmond aan Zee