Medisch studenten waarderen activerend onderwijs anders over tijd: een follow-up Q-methodologische studie

Informatie
Auteurs
A. de la Croix
J.W. Grijpma
M. Meeter
R.A. Kusurkar
Organisatie
Amsterdam UMC loc. VUmc
Vrije Universiteit
Congres
Gelijke kansen in het gezondheids zorgonderwijs - Congres 2024
Context / probleemstelling of aanleiding

Probleemstelling (inclusief theoretische onderbouwing en onderzoeksvraag/vragen):

Hoewel activerend onderwijs een effectieve manier is om de kennis en vaardigheden van studenten te ontwikkelen, wordt de effectiviteit beïnvloed door verschillende factoren. Een belangrijke factor is de waardering van studenten voor activerend onderwijs als middel om hun ontwikkeling tot arts te stimuleren. In een eerdere studie* onderzochten we deze waardering bij eerstejaars geneeskundestudenten. We identificeerden vier studentprofielen: 1) verdiepingsgerichte studenten waardeerden activerend onderwijs als het ze uitdaagde om hun kennis en vaardigheden te verdiepen; 2) toetsgerichte studenten waardeerden activerend onderwijs als het ze hielp tentamens te halen; 3) groepsgerichte studenten waardeerden het als activerend onderwijs bijdroeg aan de ontwikkeling van een sociaal netwerk, en 4) toekomstgerichte studenten waardeerden activerend onderwijs als het bijdroeg aan hun ontwikkeling als toekomstig arts. Studenten rapporteerden meer gemotiveerd en geactiveerd te zijn bij onderwijs dat aansloot op hun waardering.

Echter, gezien de ontwikkeling die studenten doormaken tijdens hun Bachelor als persoon en als toekomstig zorgprofessional, is het aannemelijk dat de studentwaardering van activerend onderwijs over tijd verandert. Hier is echter nog weinig over bekend. Als we meer inzicht krijgen in hoe studenten in verschillende fases van hun opleiding activerend onderwijs waarderen, kunnen docenten daar beter op aansluiten met hun onderwijs. Onze onderzoeksvraag luidde: ‘hoe verandert de waardering van geneeskundestudenten voor activerend onderwijs gedurende de Bachelor, en wat zijn drijfveren voor deze verandering?’

Methode:

Q-methodologie is een mixed-methods methode om subjectiviteit systematisch te onderzoeken. We herhaalden de eerdere studie en nodigden de oorspronkelijke deelnemers uit, drie jaar na hun oorspronkelijke deelname. Deelnemers rangschikten 54 stellingen over activerend onderwijs en beantwoordden open vragen hierover. Daarna nodigden we deelnemers uit voor een vervolginterview om vragen te stellen over drijfveren die bijdroegen aan de veranderingen.

Resultaten (en conclusie):

Twintig studenten deden mee (38.5% van de oorspronkelijke steekproef, waarbij elk van de vier oorspronkelijke studentprofielen vertegenwoordigd was). Gezien de focus van een Q-studie op het identificeren van gedeelde perspectieven in een steekproef, en niet op generaliseerbaarheid, was dit aantal voldoende. Factoranalyse resulteerde in twee nieuwe studentprofielen: 1) succesgerichte studenten, die activerend onderwijs waardeerden als het bijdroeg aan het halen van goede resultaten en het worden van een ‘goede coassistent’; en 2) ontwikkelingsgerichte studenten, die activerend onderwijs waardeerden als het bijdroeg aan hun persoonlijke en professionele ontwikkeling. Analyses van de vervolginterviews gaven inzicht in de drijfveren voor veranderingen. Studenten rapporteerden steeds meer de waarde van activerend onderwijs te zien voor studieresultaten en persoonlijke groei. Daarnaast ervoeren ze spanning voor aanstaande examens en coschappen en dat verhoogde hun motivatie voor het activerend onderwijs verder.

Discussie (beschouwing resultaten en conclusie in het kader van de theorie):

De bevinding van twee nieuwe studentprofielen demonstreert dat de waardering van studenten voor activerend onderwijs verandert over tijd. De vervolginterviews lieten zien dat deze veranderingen voortkwamen uit persoonlijke en opleidingsspecifieke drijfveren. Docenten kunnen van deze inzichten gebruik maken door regelmatig de studentwaardering voor activerend onderwijs uit te vragen en te evalueren in hoeverre hun onderwijs daarbij aansluit. Een belangrijke limitatie is de steekproefgrootte. Alhoewel de steekproef een goede afspiegeling was, weten we niet welke resultaten de factoranalyse had opgeleverd met meer deelnemers.

Referenties:

* Grijpma, J. W., de la Croix, A., Kleinveld, J. H., Meeter, M., & Kusurkar, R. A. (2021). Appreciating small-group active learning: What do medical students want, and why? A Q-methodology study. Med Teach, 43(4), 411-420. https://doi.org/10.1080/0142159X.2020.1854705

Grijpma, J. W., de la Croix, A., Meeter, M., Kusurkar, R. A. (2022). Changes in student appreciation of small-group active learning: A follow-up q-methodological study. International Journal of Educational Research Open, 3, 100199. https:

//doi.org/10.1016/j.ijedro.2022.100199

Banner
Banner
Banner

Zorgverleners voor de wereld van morgen

15 en 16 mei Hotel Zuiderduin in Egmond aan Zee