Leren op de werkplek: rol en gebruik van informele feedback bij arts-patiënt communicatie

Informatie
Auteurs
C. Sehlbach
FWJM Smeenk
GU Gernot
P. W. Teunissen
S Mitchell
Organisatie
Johann Wolfgang Goethe University
MUMC+
World Heart Federation
Congres
Heilige huisjes - Congres 2020
Context / probleemstelling of aanleiding

Probleemstelling:

We verwachten van artsen dat ze ook na het afronden van hun opleiding blijven leren en zich blijven ontwikkelen. Eerder onderzoek heeft aangetoond dat een groot deel van dit leren informeel en vaak onbewust op de werkplek plaatsvindt (1). Om artsen in het proces van levenslang leren te ondersteunen, is het belangrijk om een beter beeld te krijgen van hoe artsen in en door hun dagelijkse praktijk (blijven) leren. Voor deze studie conceptualiseren wij “leren” als een individueel, sociaal proces van betekenis geven aan persoonlijke ervaringen(en) die bijdragen aan iemands persoonlijke en professionele ontwikkeling, met als resultaat het bekrachtigen of aanpassen van bepaald gedrag. Hierbij kunnen artsen, naast formele feedback, gebruik maken van informele feedbacksignalen uit hun werkomgeving zoals (non-)verbale reacties van patiënten of gesprekken met collega’s. Deze feedback kan het leren in en van het werk faciliteren (2). In de dagelijkse praktijk kan het echter moeilijk zijn om deze signalen te herkennen en te gebruiken, om op het eigen gedrag te reflecteren en van te leren. Doel van dit onderzoek was daarom om beter te begrijpen hoe artsen informele feedback in de dagdagelijkse praktijk herkennen en gebruiken. We hebben daarbij specifiek gekeken naar hoe artsen leren van informele feedback in arts-patiënt communicatie, omdat communicatie een complexe maar cruciale vaardigheid is voor een goede arts-patiënt relatie, die vooral in de praktijk en door informeel leren wordt ontwikkeld.

Methode:

Om te begrijpen hoe artsen informele bronnen van feedback gebruiken, hebben we arts-patiënt interacties in één academisch en één niet-academisch ziekenhuis geobserveerd (N=100), gevolgd door semigestructureerde interviews met de 10 geobserveerde longartsen. Voor de groep van longartsen is gekozen omdat longartsen patienten met zowel acute, chronische en terminale aandoeningen behandelen, en omdat er vaak sprake is van een lange en/of intensieve arts-patiëntrelatie. Gegevens werden iteratief verzameld en geanalyseerd volgens de principes van constructivist-grounded theorie.

Resultaten (en conclusie):

Na de stappen van open, axiaal en selectieve codering hebben we een conceptueel model kunnen opstellen dat beschrijft hoe longartsen signalen uit hun dagelijkse praktijk gebruiken om op hun communicatiegedrag te reflecteren en hun communicatie aan te passen. We zagen enorme variatie in communicatief gedrag, zowel binnen als tussen longarts-patiënt interacties. Artsen herkenden en gebruikten specifieke en terugkerende informele feedback signalen om hun gedrag in de interactie met de patiënt aan te passen: artsen monitorden hun gedrag voortdurend. Op basis van eerdere ervaringen en patiënt contacten hadden artsen een ‘communicatief gedragsrepertoire’ ontwikkeld waar ze constant gebruik van maakten. Artsen zagen bepaalde interacties met patiënten als leermomenten en stimulans hun repertoire bij te stellen of te verfijnen, met name als de feedback aanleiding gaf tot emoties, die soms bijdroegen om het repertoire bij te stellen. Onze resultaten laten tevens verschillen zien dat artsen verschillen in de mate waarin ze feedback signalen herkennen en deze zien als leermogelijkheden in de dagelijkse praktijk. Dit werd met name bepaald door contextuele, persoonlijke en interpersoonlijke factoren. Terwijl sommige artsen zelf aangaven dat ze minder geneigd waren om hun communicatiegedrag te veranderen, maakten anderen gebruik van kritische incidenten om hun communicatie repertoire bij te stellen. Weer anderen waren constant bezig met reflecteren op hun (communicatie)gedrag, het zoeken van nieuwe leermogelijkheden en met het bijschaven van hun communicatie repertoire.

Discussie :

De observaties en interviews waren instrumenteel bij het onderzoeken van het communicatiegedrag van artsen. We zagen een grote variatie in hoe artsen informele feedback gebruiken. Onze bevindingen suggereren mogelijkheden om het bewustzijn van leermogelijkheden in de dagelijkse praktijk te vergroten.

Referenties:

(1) Eraut M. Informal learning in the workplace. Stud Contin Educ. 2004;26(2):247‐273.

(2) Watling C, Driessen E, van der Vleuten CPM, Lingard L. Learning from clinical work: the roles of learning cues and credibility judgements. Med Educ.2012;46(2):192‐200.

Banner
Banner
Banner

Zorgverleners voor de wereld van morgen

15 en 16 mei Hotel Zuiderduin in Egmond aan Zee