Klinisch redeneren door apothekers: wat houdt het in en hoe doen apothekers dat?

Informatie
Auteurs
E.S. Koster
J.F. Mertens
M.L. Bouvy
T. Van Gelder
V.H.M. Deneer
Organisatie
LUMC
UMC Utrecht
Universiteit Utrecht
Congres
Innovatie van morgen in het onderwijs van nu - Congres 2022
Context / probleemstelling of aanleiding

Probleemstelling:

De focus van farmacie als professie is door de jaren heen verschoven van het product naar de patiënt. Door de toename van patiëntgerichte zorg door apothekers is het belang van klinisch redeneren vergroot. In tegenstelling tot artsen, is klinisch redeneren relatief nieuw voor apothekers. Het is nog onduidelijk wat dit concept inhoudt voor apothekers, hoe apothekers dit doen en waarin dit verschilt van andere zorgprofessionals. Voor het doceren van klinisch redeneren is een helder, uniform begrip van het concept nodig. Om het concept en de denkstappen beter te definiëren is een scoping review uitgevoerd met als onderzoeksvraag:

Hoe wordt klinisch redeneren door apothekers geconceptualiseerd in onderzoek en welke cognitieve processen worden hierbij gebruikt door (toekomstig) apothekers?

Methode:

De PRISMA-extension for Scoping Reviews1 is gebruikt om bestaand onderzoek te inventariseren en kennislacunes te identificeren. Tussen september 2020 en april 2021 zijn zeven databases geraadpleegd voor relevant primair onderzoek. Studies die de cognitieve processen van apothekers of farmacie studenten tijdens het klinisch redeneren (of surrogaat term) onderzochten, werden geïncludeerd. Het onderzoek moest plaatsvinden in een farmacie gerelateerde setting en gebruikmaken van een klinisch scenario. De studieselectie en data-extractie is uitgevoerd door de eerste auteur in samenspraak met de tweede auteur. Studiekarakteristieken, het conceptualiseren en operationaliseren van klinisch redeneren en relevante studieresultaten zijn geanalyseerd. Op basis van de literatuur is een conceptueel model ontwikkeld.

Resultaten (en conclusie):

Van de 2259 abstracts voldeden 13 artikelen aan de inclusiecriteria. Alle geïncludeerde studies zijn gepubliceerd na 2008. De meeste onderzoeken zijn gedaan in de eerstelijnszorg. Acht studies onderzochten klinisch redeneren door apothekers in de context van het maken van een diagnose, bijvoorbeeld rondom zelfzorg. In de meeste van deze studies werden de termen “klinisch redeneren”, “klinische besluitvorming” en “diagnostisch redeneren” door elkaar gebruikt. Veel studies geven aan dat apothekers geen duidelijk cognitief denkpatroon toepassen bij het stellen van een diagnose. Apothekers zouden vertrouwen op ongeschikte vraagtechnieken en een gebrek aan kennis hebben om tot een juiste diagnose te komen. De overige vijf studies zijn uitgevoerd in de context van het beoordelen van de indicatie, effectiviteit, veiligheid en therapietrouw van medicatie. Deze vijf studies geven aan dat apothekers overwegend analytische denkprocessen gebruiken, zoals de hypothetisch-deductieve benadering en voorwaarts redeneren. De terminologie in deze studies om het concept te duiden varieert.

Discussie :

De heterogene terminologie en het beperkt aantal studies maakt het verhelderen van het concept voor apothekers lastig. Een zelfontwikkeld conceptueel model maakt onderscheid tussen het denkproces bij het stellen van een diagnose (“diagnostisch redeneren”) en het beoordelen van de geschiktheid van medicatie (“therapeutisch redeneren”). Het gebruik van “diagnostisch redeneren” is daarmee inherent aan de terminologie in geneeskunde. De term “therapeutisch redeneren” werd niet gebruikt in de geïncludeerde studies, maar wordt wel in de geneeskunde gebruikt in het bepalen van geschikte therapie2 en achten de auteurs ook passend voor apothekers. Samenvattend is het aantal onderzoeken naar de cognitieve denkprocessen van (toekomstig) apothekers beperkt. Het denkproces bij het klinisch redeneren door apothekers behoeft verbetering. In vervolgonderzoek wordt het model gevalideerd en het denkproces van de apotheker nader onderzocht. Met deze informatie wordt onderwijs voor apothekers en studenten ontwikkeld voor het diagnostisch en therapeutisch redeneren in de farmacie.

Referenties:

Tricco, AC, Lillie, E, Zarin, W, O’Brien, KK, Colquhoun, H, Levac, D, Moher, D, Peters, MD, Horsley, T, Weeks, L, Hempel, S et al. PRISMA extension for scoping reviews (PRISMA-ScR): checklist and explanation. Ann Intern Med. 2018,169(7):467-473

Bissessur SW, Geijteman EC, Al-Dulaimy M, Teunissen PW, Richir MC, Arnold AE, de Vries TP. Therapeutic reasoning: from hiatus to hypothetical model. J Eval Clin Pract. 2009 Dec;15(6):985-9

Banner
Banner
Banner

Zorgverleners voor de wereld van morgen

15 en 16 mei Hotel Zuiderduin in Egmond aan Zee