Hoe eerlijk vinden stakeholders het toelatingsbeleid voor de geneeskundeopleiding? Een discourse-analyse van focusgroepen

Informatie
Auteurs
A. de la Croix
A. Wouters
K. Alexander
M.E. Kelly
R. van Santbrink
R.A. Kusurkar
Organisatie
Amsterdam UMC loc. VUmc
National University of Ireland
UCL Medical School
Vrije Universiteit Amsterdam
Congres
Heilige huisjes - Congres 2020
Context / probleemstelling of aanleiding

Probleemstelling:

De Tweede Kamer nam dit jaar een motie aan die terugkeer van loting mogelijk maakt. De discussie over selectie en loting laaide weer op. Om de publieke en politieke acceptatie (politieke validiteit) van het toelatingsbeleid beter te begrijpen is inzicht in het perspectief van verschillende stakeholders noodzakelijk. Onze eerdere discourse-analyse van nieuwsberichten, online discussiefora en Kamervragen bracht een spanningsveld tussen meritocratie en ruimte voor gelijke kansen aan het licht. In deze studie wordt draagvlak voor een toelatingsbeleid onderzocht zoals die geuit worden als waarden en sentimenten. De onderzoeksvraag luidde: welke discourses omtrent eerlijke toelating worden gebruikt door stakeholders en wat is de rol van emoties?

Methode:

In deze kwalitatieve studie werden homogene focusgroepen gehouden met studiekiezers en ouders, geselecteerde studenten, afgewezen kandidaten, medisch professionals (artsen/docenten), selectiecommissieleden en ten slotte met burgers zonder directe betrokkenheid bij de geneeskundeopleiding. Per focusgroep werd gestreefd naar 5-9 deelnemers. Een realistische selectiecasus werd voorgelegd, waarna deelnemers individueel opschreven wie toegelaten zou moeten worden en hoe. Dit vormde, samen met een topiclist, de basis van het groepsgesprek. De focusgroepen werden verbatim getranscribeerd, waarbij uitingen van emotie werden gemarkeerd. Drie onderzoekers volgden de Willig’s six-stage benadering om de discourses en de positionering van verschillende betrokkenen te identificeren, en de relatie tussen de discourses werd geanalyseerd (Willig, 2013). De discourses werden gecategoriseerd volgens drie typen justice (organizational justice theories): a) distributive justice – eerlijke selectie-uitkomsten; b) procedural justice – eerlijke processen; c) interactional justice – eerlijke behandeling van betrokkenen (Colquitt et al., 2005). Analyses en resultaten werden regelmatig besproken met het gehele onderzoeksteam.

Resultaten (en conclusie):

In totaal namen 30 stakeholders deel aan 8 focusgroepen (2-6 per focusgroep; duur 72-128 minuten). De belangrijkste discourses rond het discursieve object eerlijkheid in toelating tot de geneeskundeopleiding worden hieronder genoemd, de overige zullen worden gepresenteerd tijdens het congres.

“Eerlijkheid is…

1) …gelijkheid.”
a) Een gelijke procedure voor iedereen (procedural justice).
b) Gelijke kansen voor iedereen om aan de criteria te voldoen (distributive justice).

2) …dat degene die het verdient in de opleiding komt” (distributive justice).

a) Actief verdienen:

als kandidaat hard en slim werken, eventueel met extra cursussen.

b) Passief verdienen:

opleidingen moeten de voorbestemde gemotiveerde kandidaten ‘opsporen’.

3) …transparantie” (interactional justice). Dit heeft betrekking op de procedure, criteria en communicatie over afwijzing.

4) …als kandidaten (en ouders) niet teveel onder druk staan” (interactional justice). Veeleisende selectie wordt geplaatst in een kader van maatschappelijke druk, de jonge leeftijd wordt benadrukt.

5) …als de maatschappij erbij gebaat is.”
a) Financieel (procedural justice).

b) Behoeftegedreven:

levert selectie de juiste toekomstige artsen op (diversiteit in achtergrond van kandidaten en type artsen/specialisten)? (distributive justice).

Met name schending van de discourses ‘gelijke procedure’, ‘passief verdienen’ en ’transparantie’, evenals ‘ervaren druk’ leiden tot sterke emoties. Dit gebeurt in mindere mate bij schending van de discourses ‘gelijke kansen’ en ‘actief verdienen’. Dit reflecteert de hiërarchie en interactie tussen de discourses. Men vindt gelijke kansen belangrijk, zolang dit niet de voorbestemden benadeelt.

Discussie :

De resultaten wijzen op draagvlak voor met name een meritocratische methode, waarbinnen eventueel ruimte bestaat om tevens de onbedoelde kansenongelijkheid tegen te gaan. Herinvoering van loting lijkt dus alleen breed geaccepteerd te worden indien selectie ook behouden wordt. Met de gebruikte methode bleken kleinschalige focusgroepen (3-4 deelnemers) het meest geschikt. Deze gaven meer ruimte voor diepgang, mede doordat binnen één individu vaak meerdere (ook conflicterende) discourses gezien werden.

Referenties:

Willig C. Introducing qualitative research in psychology: McGraw-Hill Education (UK); 2013.

Colquitt JA, Greenberg J, Zapata-Phelan CP. What is organizational justice? A historical overview. Handbook of organizational justice. 2005;1:3-58.

Banner
Banner
Banner

Zorgverleners voor de wereld van morgen

15 en 16 mei Hotel Zuiderduin in Egmond aan Zee