Context / probleemstelling of aanleiding
Probleemstelling (inclusief theoretische onderbouwing en onderzoeksvraag/vragen):
Volgens de theorie over reflective practice (Schön, 1987) en onderwijspedagogiek is er een educatief belang dat mensen met verschillende theoretische kaders, waarden, normen en handelingsperspectieven op de werkelijkheid met elkaar in botsing komen. Tijdens deze botsingen leren reflective practitioners dat de praktijk ‘theory laden’ is, en dat er meerdere theorieën en acties relevant (kunnen) zijn te midden van complexe situaties. Hoewel dit educatieve doel theoretisch evident is, weten we uit interactieonderzoek dat ‘botsingen’ van perspectieven in groepsinteracties niet gemakkelijk zijn, omwille van de sociale cohesie (Pino, 2017). Met deze studie onderzoeken we dit educatieve spanningsveld tussen een theoretisch ideaal en de uitvoering daarvan in de onderwijsrealiteit. Vanuit de theorie van reflective practice stellen wij de onderzoeksvraag ‘hoe botsingen tussen verschillende perspectieven op de werkelijkheid ontstaan in medisch onderwijs.’ Als cases voor dit onderzoek analyseren wij de wekelijkse leergesprekken tussen opleider en huisarts in opleiding op de huisartspraktijk, en de wekelijkse groepsreflectiebijeenkomsten van huisartsen in opleiding die plaatsvinden binnen de Nederlandse Huisartsopleiding.
Methode:
Met Discursieve Psychologie (DP) hebben wij 27 opnames geanalyseerd van leergesprekken tussen opleider en huisarts in opleiding koppels, en 41 opnames van wekelijkse groepsreflectiesessies van huisartsen in opleiding. DP is een kwalitatieve onderzoeksmethode die kijkt naar discursieve praktijken en interactiepatronen, waarmee onderzoekers analyseren hoe participanten omgaan met psychologische fenomenen zoals emoties, empathie, reflectie of conflict. Wij onderzochten hoe botsingen tussen perspectieven ontstonden en eindigden, als onderdeel van de volgende interactiesequentie: 1) deelnemer A vertelt een verhaal of presenteert een bewering. 2) deelnemer B betwist het verhaal of de bewering van A. 3) deelnemer A reageert op de tegenwerping van B.
Resultaten (en conclusie):
We ontdekten dat deelnemers zeer omzichtig omgaan met het betwisten van elkaars verhalen of beweringen. Overgangen van overeenstemming naar bestendige ‘discussie met tegenwerpingen’ in deze twee onderwijscontexten zijn eerder uitzondering dan regel. Wanneer er werd overgegaan op het bestendig betwisten van elkaars perspectieven, ontdekten we diverse manieren hoe deelnemers daarmee omgaan: 1) deelnemers ‘haken af’, 2) andere deelnemers ‘kiezen partij voor deelnemer A of B’, of 3) deelnemers ‘oriënteren zich op het argumentatiegedrag.’
.’
Discussie (beschouwing resultaten en conclusie in het kader van de theorie):
Hoewel er theoretisch in de reflective practice belang is bij botsingen van perspectieven t.b.v. het leren, moeten we met empirische resultaten uit deze studie een kanttekening plaatsen vanuit het perspectief van de sociale cohesie. Deelnemers bekommeren zich om de sociale cohesie en het ‘eens zijn’ met elkaar, waarbij in de onderzochte contexten discursief gezien niet zomaar wordt aangestuurd op het ‘botsen’ van perspectieven. Naast theoretische uitgangspunten, is het van belang om ook oog te hebben voor een veilige reflectiecultuur in de praktijk, waarin ‘botsingen’ tevens kunnen worden genormaliseerd.
Referenties:
Schön, D., A. (1987). Educating the Reflective Practitioner. London (UK): Jossey-Bass Publishers.
Pino, M. (2017). I-Challenges: Influencing Others’ Perspectives by Mentioning Personal Experiences in Therapeutic Community Group Meetings. Social Psychology Quarterly. 80(3):217-242.