EPA’s en professionele identiteitsvorming van coassistenten

Informatie
Auteurs
A.E. Bremer
C. R. M. G. Fluit
Organisatie
Radboudumc
Congres
Heilige huisjes - Congres 2020
Context / probleemstelling of aanleiding

Context/probleemstelling of aanleiding:

Het Radboudumc heeft als doel om professionals op te leiden die beschikken over de essentiële competenties- en de professionele waarden van het zijn van een arts. Hiertoe zijn de te ontwikkelen competenties van coassistenten vertaald naar activiteiten op de werkvloer, door het implementeren van Entrustable Professional Activities (EPA’s). EPA’s zijn specifieke taken die worden toevertrouwd (‘entrust’) aan- en in de praktijk worden uitgevoerd door een lerend professional (Ten Cate, 2005). Coassistenten vragen veelvuldig feedback op EPA’s, ter bevordering van hun ontwikkeling. Onze veronderstelling is dat coassistenten EPA’s en feedback inzetten voor meer entrustment van de supervisor, en voor het ontwikkelen van hun professionele identiteit. Maar hoe werken coassistenten in de praktijk met EPA’s en op welke manier dragen deze bij aan hun professionele identiteitsontwikkeling?

Beschrijving van de interventie/innovatie:

Sinds 2019 dienen coassistenten verschillende EPA’s te behalen waartoe zij regelmatig om feedback vragen van hun supervisor op de beschreven taken, om zo hun ontwikkeling te monitoren.

Ervaringen/analyse van de implementatie:

Middels focusgroepen is onderzocht hoe coassistenten in jaar 1 het werken en leren met EPA’s ervaren en of/hoe dit bijdraagt aan hun professionele identiteitsvorming. Hieruit bleek (1) dat coassistenten door het gebruik van EPA’s gericht en actief vragen om feedback. Ook (2) passen coassistenten continu hun gedrag en activiteiten aan op basis van de EPA’s die ze nog moeten behalen. Zij zoeken actief nieuwe taken, die ze anders wellicht zouden vermijden. Tenslotte (3) geven coassistenten aan dat EPA’s bijdragen aan het ontwikkelen van een professionele identiteit door het toenemende vertrouwen van de supervisor, al gebeurt dit minder op basis van de EPA’s dan op gevoel, en door de selectieve feedback die zij ontvangen. Een deel van de feedback speelt zich buiten de EPA’s af, bijvoorbeeld door het krijgen van impliciete feedback.

Lessons learned (implicaties voor de praktijk):

Coassistenten gebruiken EPA’s ter ondersteuning van hun leerproces en professionele identiteitsvorming. Bij de start van de coschappen vragen coassistenten veel feedback, en EPA’s helpen hen om over een drempel te stappen om activiteiten (zelfstandig) uit te voeren. Wel moeten supervisoren goed op de hoogte zijn van het beoordelen en het ‘entrusten’ op basis van EPA’s om deze optimaal in kunnen te zetten. In een latere fase helpt het veelvuldig feedback vragen niet altijd, omdat coassistenten dan meer grotere activiteiten uitvoeren. Een ander belangrijk inzicht is dat EPA’s hen helpen om op zichzelf te vertrouwen. Ten slotte wijst dit onderzoek op het belang van het geven van concrete feedback.

Referenties:

Ten Cate, O. (2005). Entrustability of professional activities and competency-bases training. Medical education, 39, 1176-1177.

Banner
Banner
Banner

Zorgverleners voor de wereld van morgen

15 en 16 mei Hotel Zuiderduin in Egmond aan Zee