Context / probleemstelling of aanleiding
Probleemstelling (inclusief theoretische onderbouwing en onderzoeksvraag/vragen):
Een PhD-programma wordt internationaal als gouden standaard beschouwd voor het opleiden van arts-onderzoekers. In het Bologna Process worden PhD-programma’s gezien als 3e onderwijscyclus (bachelor–master–doctoraat) met harmonisatie en uniformiteit van hoger onderwijs in Europa als doel.¹ Ondanks hetzelfde doel (namelijk opleiden van arts-onderzoekers) en internationale erkenning van de PhD-titel ontbreekt inzicht in overeenkomsten en verschillen tussen PhD-programma’s. Deze studie heeft als doel medische PhD-programma’s internationaal te vergelijken. Dit is relevant vanwege drie verschillende redenen; ten eerste de toenemende mate van globalisering met bijbehorende mobiliteit van studenten, artsen en arts-onderzoekers, wat één van de speerpunten van het Bologna Process is. Dit blijft uitdagend wanneer voor zowel instituten als voor medisch academici onduidelijk is in hoeverre onderwijssystemen, programma’s en niveaus gelijk zijn. Ten tweede vereist de steeds veranderende gezondheidszorg onderwijs dat aansluit op ontwikkelingen in internationale, maatschappelijke en gezondheidszorg behoeften. Hierdoor zijn onderwijspaden aan verandering onderhevig en is transparantie relevant. Tot slot kan internationaal overzicht bijdragen aan de interpretatie en generaliseerbaarheid van bestaand en toekomstig onderzoek naar doctoraal onderwijs.
Methode:
In deze beschrijvende studie werden medische PhD-programma’s vergeleken van de top tien toonaangevende landen op het gebied van gezondheidswetenschappen op basis van de Nature-index (Amerika, Engeland, China, Duitsland, Japan, Frankrijk, Canada, Australië, Zwitserland, Nederland).² Zeventien medisch onderwijskundige stakeholders uit deze landen zijn schriftelijk een aantal open vragen voorgelegd over de volgende thema’s: (1) start van een PhD (o.a. toelatingscriteria), (2) eigenschappen van het PhD-programma (o.a. duur en inhoud), (3) afronding van het PhD-programma (o.a. proefschrift criteria). Informatie werd verder aangevuld vanuit literatuur over medische PhD-programma’s en websites van instituten. Tot slot vond member checking plaats.
Resultaten (en conclusie):
Geen van de geïncludeerde landen heeft nationale richtlijnen voor PhD-programma’s. Richtlijnen worden grotendeels op institutioneel niveau vastgesteld. Een aanstelling voor een PhD-traject loopt uiteen van 1 tot 5 jaar en is niet altijd betaald. In Noord-Amerika zijn MD-PhD programma’s de meest gangbare vorm, maar niet elk land biedt een dergelijke vorm aan. Buiten dit pad is een master diploma vaak maar niet altijd een toelatingscriterium. In enkele landen is het gangbaar een PhD te beginnen vanuit de opleiding tot specialist of (onbetaald) naast een klinische baan. Het proefschrift als eindproduct varieert van een beschrijving van het PhD-onderzoek zonder publicaties tot een vereist minimum aantal publicaties. De verdediging hiervan is meestal ceremonieel, maar soms een proeve van bekwaamheid waarbij de kandidaat kan zakken. Een PhD-titel verschaft in alle landen betere loopbaanperspectieven, soms ook buiten de academie. Het geschatte percentage MD-PhD’s onder artsen loopt tussen landen uiteen van 5 tot 30%, welke binnen landen varieert afhankelijk van specialisatie en type ziekenhuis.
Discussie (beschouwing resultaten en conclusie in het kader van de theorie):
Onze studie toont grote verschillen in PhD-programma’s tussen landen,maar ook binnen landen en zelfs binnen instituten, ondanks overeenkomsten voor wederzijdse erkenning van een PhD en een uniform doel om arts-onderzoekers op te leiden. Universele titels geven geen garantie voor bepaalde niveaus van leeruitkomsten en kwalificaties.De definitie en waarde van de medische PhD is dus niet universeel. Deze verschillen zijn een afspiegeling van de wereldwijde diversiteit in medisch onderwijssystemen. De vraag is in hoeverre harmonisatie en uniformiteit van PhD-programma’s wenselijk en haalbaar is, en of dit vereist is voor uitwisseling van studenten en artsen en erkenning van hun diploma’s. De gevonden variatie in PhD-programma’s toont de relevantie van transparantie en het expliciet maken van overeenkomsten en verschillen, om op die manier internationale mobiliteit en erkenning te versterken als respons op de toenemende globalisatie. Bovendien is de rijke diversiteit van PhD-programma’s relevant voor (toekomstig) onderzoek naar medische PhD-programma’s, waarbij zorgvuldige(re) beschrijving en interpretatie van context cruciaal is voor generaliseerbaarheid.
Referenties:
1.Patricio M, Harden R. (2010). The Bologna Process–A global vision for the future of medical education. Medical teacher. 32:305-15.
2.https://www.nature.com/nature-index/annual-tables/2021/country/life-sciences/all geraadpleegd op 05/07/2021.