Docenten voorbereiden op kleinschalig activerend onderwijs: een design-based research studie

Informatie
Auteurs
A. de la Croix
J.W. Grijpma
L. Broeksma
M. Meeter
R.A. Kusurkar
S. Ramdas
Organisatie
Amsterdam UMC
Congres
Zorgverleners voor de wereld van morgen - Congres 2025
Context / probleemstelling of aanleiding

Probleemstelling (inclusief theoretische onderbouwing en onderzoeksvraag/vragen):

Activerend onderwijs is een effectieve methode om het leren van studenten te stimuleren, waarbij studenten leren door hun actieve betrokkenheid met de leerstof. Het betrekken van studenten bij dit onderwijs vormt echter een uitdaging voor veel docenten. Hoewel docentprofessionalisering een effectieve manier is om de bekwaamheid van docenten in studentbetrokkenheid te verbeteren, blijkt het toepassen van opgedane kennis en vaardigheden in de eigen praktijk lastig. Dit is het zogeheten transferprobleem. Eerder onderzoek laat zien dat docenten na het volgen van docentprofessionalisering een vertaalslag moeten maken van algemene strategieën naar iets wat voor hen werkte, in hun context en met hun studenten (Grijpma et al, 2024). Het doel van deze studie was om de bekwaamheden van geneeskundedocenten te verbeteren in het stimuleren van studentbetrokkenheid in kleinschalig activerend onderwijs. Hiervoor ontworpen, implementeerden, en onderzochten we een training voor docenten die specifiek gericht was op het stimuleren van transfer, zodat docenten de opgedane kennis en vaardigheden effectief toepasten in hun onderwijspraktijk.

Methode:

We hebben een design-based research studie uitgevoerd met 34 docenten die voor het eerst kleinschalig onderwijs verzorgden, bij een vak wat gebruik maakte van case-based learning (een methode van activerend onderwijs). De door ons ontworpen training combineerde elementen van zelfgestuurd leren, werkplekleren en cursorisch onderwijs. Vragenlijsten, observaties en interviews werden gebruikt in twee iteraties van de training om te onderzoeken hoe transfer werd gestimuleerd. Gezien het mixed-methods karakter van de onderzoeksmethode, bood het pragmatisme een flexibele en praktische benadering voor het integreren van kwalitatieve en kwantitatieve data en zo een vollediger antwoord op de onderzoeksvraag te verkrijgen.

Resultaten (en conclusie):

De training stimuleerde transfer op drie manieren volgens de deelnemers: 1) autonomie in het opstellen van een persoonlijk leerdoel en plan van aanpak verhoogde de motivatie tot transfer; 2) ondersteuning van collega’s, supervisors en studenten moedigde deelnemers aan om nieuwe didactische strategieën uit te proberen; 3) de integratie van werkplekleren en cursorisch onderwijs stimuleerde een continue leercyclus van ervaren, reflecteren, begrijpen, en toepassen.

Discussie (beschouwing resultaten en conclusie in het kader van de theorie):

Deze studie toont aan dat het combineren van zelfgestuurd leren, werkplekleren en cursorisch onderwijs de transfer van training naar onderwijspraktijk kan stimuleren. Onze bevindingen geven aan dat succesvolle transfer vereist dat deelnemers bewust nadenken wat zij in het eigen onderwijs willen toepassen en hoe ze dat in hun eigen context kunnen doen. Bovendien is voortdurende ondersteuning essentieel om deelnemers in staat te stellen nieuwe bekwaamheden geleidelijk in hun praktijk te integreren. Docentopleiders kunnen deze bevindingen gebruiken om de transferprocessen van hun aanbod te verbeteren en deelnemers beter voor te bereiden op het betrekken van hun studenten tijdens activerende onderwijsmethoden.

Referenties:

Grijpma JW, Ramdas S, Broeksma L, Meeter M, Kusurkar RA, de la Croix A. Learning from the experts: stimulating student engagement in small-group active learning. Perspect Med Educ 2024; 13: 229–238.

Banner
Banner
Banner

Zorgverleners voor de wereld van morgen

15 en 16 mei Hotel Zuiderduin in Egmond aan Zee