De rol van succeservaringen in het stimuleren van intrinsieke motivatie voor en self-efficacy gevoelens over onderzoek bij bachelorstudenten Geneeskunde

Informatie
Auteurs
B.W.C. Ommering
F. W. Dekker
F.M. van Blankenstein
Organisatie
LUMC
Congres
Heilige huisjes - Congres 2020
Context / probleemstelling of aanleiding

Probleemstelling:

Het medische veld kampt met een internationaal tekort aan arts-onderzoekers. Arts-onderzoekers zijn actief in zowel onderzoek als klinische praktijk. Daardoor zijn arts-onderzoekers van groot belang om bij te dragen aan ontwikkelingen in het medisch domein en om de brug te vormen tussen wetenschap en kliniek [1,2]. Betrokkenheid bij onderzoek tijdens de medische opleiding is gerelateerd aan betrokkenheid bij onderzoek als arts [2]. Medisch onderwijs kan dus bijdragen aan het ontwikkelen van toekomstige arts-onderzoekers door studenten al vroeg te betrekken bij onderzoek.

Vanuit de Social Cognitive Theory van Bandura kan de hypothese opgesteld worden dat vroege succeservaringen in het doen van onderzoek bij kunnen dragen aan het vergroten van intrinsieke motivatie voor en self-efficacy gevoelens over onderzoek. Echter, dit is nog niet eerder onderzocht in de medische context. De onderzoeksvraag van deze studie is daarom: ‘draagt een succeservaring in het doen van onderzoek bij aan het vergroten van intrinsieke motivatie voor en self-efficacy gevoelens over onderzoek bij bachelorstudenten Geneeskunde?’ Wij veronderstellen dat het effect van de succeservaring groter is bij een authentieke manier van toetsing (verslag en presentatie van eigen onderzoek) dan een standaard tentamen.

Methode:

Deze prospectieve cohort studie is onderdeel van een lopende longitudinale studie waarin één cohort van medische bachelorstudenten gedurende de opleiding gevolgd wordt. Eerstejaarsstudenten Geneeskunde volgden een vak in academische en wetenschappelijke vorming, waarin zij individueel onderzoek doen. Succeservaringen werden geoperationaliseerd als cijfers van studenten op twee authentieke onderzoeksopdrachten (schriftelijk verslag en mondelinge presentatie over het eigen onderzoek) en op een minder authentieke opdracht (tentamen). Intrinsieke motivatie voor onderzoek (IMO), extrinsieke motivatie voor onderzoek (EMO) en self-efficacy gevoelens over onderzoek (SEO) zijn gemeten met een vragenlijst in zowel het eerste als tweede jaar van de studie. Lineaire regressieanalyses zijn gebruikt om de relatie tussen succeservaringen en IMO, EMO en SEO in kaart te brengen.

Resultaten (en conclusie):

In totaal hebben 234/275 studenten (88,4%) de vragenlijst in zowel het eerste als het tweede jaar ingevuld. Succeservaringen in schriftelijk rapporteren en presenteren van het eigen onderzoek waren significant gerelateerd aan een toename in IMO (β =.114, 95%CI =.017-.211, p =.022 en β =.115, 95%CI =.017- 214, p =.022 respectievelijk). Na te corrigeren voor voorafgaand cijfergemiddelde (GPA) bleef alleen het effect van presenteren over (β =.099, 95%CI =.001-.197, p =.049). Succeservaringen in het presenteren van onderzoek waren, na gecorrigeerd te hebben voor eerder GPA, eveneens gerelateerd aan een toename in SEO (β =.122, 95%CI =.006-.237, p =.039).

Discussie :

Succeservaringen in het doen van onderzoek zijn gerelateerd aan het vergroten van IMO en SEO. De manier van toetsen speelt echter een belangrijke rol, aangezien er alleen een effect van succeservaringen was bij authentieke toetsing. Deze bevindingen impliceren dat deze vormen van authentieke toetsing ook binnen andere contexten kunnen worden ingezet om intrinsieke motivatie en self-efficacy gevoelens te vergroten. Binnen de huidige studie was met name de succeservaring in het presenteren van eigen onderzoek gerelateerd aan het vergroten van IMO en SEO. Het presenteren van eigen onderzoek lijkt dus een goede manier om intrinsieke motivatie voor onderzoek en self-efficacy gevoelens over onderzoek te stimuleren. Dit kan vervolgens betrokkenheid bij onderzoek tijdens de opleiding stimuleren, wat weer gerelateerd is aan betrokkenheid bij onderzoek als toekomstig arts [2]. Zo kan een eerste stap tot het ontwikkelen van een nieuwe generatie arts-onderzoekers al tijdens vroege fases van de opleiding Geneeskunde gezet worden.

Referenties:

Chang & Ramnanan (2015). A Review of Literature on Medical Students and Scholarly Research. Academic Medicine,90(8),1162-1173.

Amgad et al. (2015). Medical Student Research: An Integrated Mixed-Methods Systematic Review and Meta-Analysis. PloS one,10(6),1-31.

Banner
Banner
Banner

Zorgverleners voor de wereld van morgen

15 en 16 mei Hotel Zuiderduin in Egmond aan Zee