De premaster geneeskunde, een inclusief programma voor een diverse instroom.

Informatie
Auteurs
E. Hoff-Dikkers
M.C. de Ruiter
P.H.H. Habets
U.M. Remer
Organisatie
Amsterdam UMC loc. AMC
Congres
Gelijke kansen in het gezondheids zorgonderwijs - Congres 2024
Context / probleemstelling of aanleiding

Context/probleemstelling of aanleiding:

Sinds september 2023 heeft de UvA een nieuwe premaster geneeskunde met veel aandacht voor de facultaire speerpunten in de maatschappij, internationaal, interprofessioneel samenwerken en inclusiviteit. Aanleiding voor de herziening was onder andere de wens voor een programma in overeenstemming met de onderwijsvisie en het profiel van de Faculteit der Geneeskunde in het Amsterdam UMC. Deze premaster met maximaal 24 plaatsen sluit nauw aan op de UvA masteropleiding geneeskunde en is bedoeld voor kandidaten met een verwante vooropleiding die naar verwachting in staat zijn om de masteropleiding succesvol te doorlopen. De selectieprocedure sorteert daar op voor.

Beschrijving van de interventie/innovatie:

Het ontwerp volgt het NFU Raamplan Artsopleiding 2020. Uitgangspunt is een ontwikkelingsgericht programma gegrond in het sociaal-constructivisme (Schunk, 2014). Ontwerpprincipes zijn daarom backward design, integrale toetsing en activerend onderwijs gericht op zelfregulerend leren in samenwerking met anderen. Een portfolio dient om de ontwikkeling op m.n. de kerncompetenties Medische deskundigheid en Professioneel handelen aan te tonen, en twee gelijknamige rubrics vormen de basis voor de beoordeling van het behaalde niveau van de premasterstudent (in de vorm van een criteriumgericht portfolioassessment). Daarnaast moeten studenten op de landelijke voortgangstoets meetniveau 12 behalen en krijgen zij een vaardighedentoets.

Het programma bestaat uit vier thematische onderwijsblokken met een opbouw in complexiteit waarbinnen de student klinisch redeneren (en besluitvorming) ontwikkelt en basisvaardigheden zoals lichamelijk onderzoek en communicatievaardigheden. Verdiepingsonderwijs dient ter inspiratie en extra ondersteuning t.a.v. de kennisdomeinen. Feedback van docenten en behaalde resultaten op o.a. de landelijke voortgangstoets sturen de studieactiviteiten van de student. Concrete leerdoelen met verwijzingen naar studiemateriaal in de bacheloropleiding maken een persoonlijke leerroute mogelijk. De facultaire speerpunten komen terug in het keuzeonderwijs.

Ervaringen/analyse van de implementatie:

Een goed uitgewerkt ontwerp met duidelijke ontwerpkaders en een kernteam van gemotiveerde coördinatoren maakt(e) implementatie van deze innovatie mogelijk. Het meenemen van alle stakeholders, waaronder de examencommissie en de onderwijsondersteuning, is essentieel voor het realiseren van een breed gedragen programma dat goed is ingebed in de organisatie. Een portfolioassessment in afstemming met twee examinatoren en een onafhankelijke portfoliocommissie zijn belangrijk om de kwaliteit van het programma en de beoordeling van de student te borgen.

Lessons learned (implicaties voor de praktijk):

Dit onderwijsprogramma met 20% contacttijd lijkt studeerbaar en voor deze doelgroep te voldoen. Om studenten te laten wennen aan een student-gestuurd, ontwikkelingsgericht onderwijsprogramma is een onafhankelijke mentor belangrijk.

Kleinschalig onderwijs (n=12/24) in combinatie met een krachtige, hybride leeromgeving en betekenisvolle studieactiviteiten begeleid door ervaren docenten bevordert de motivatie van de premasterstudent. Het inrichten van deze leeromgeving is echter complex en de uitwerking van relevante studieopdrachten met voldoende wetenschappelijk karakter vergt ervaring in de klinische praktijk.

Referenties (max. 2):

Schunk, D.H. Learning Theories, An Educational Perspective. 6th edition. Pearson, 2014.

Banner
Banner
Banner

Zorgverleners voor de wereld van morgen

15 en 16 mei Hotel Zuiderduin in Egmond aan Zee