De hobbelige weg van dokter naar Doctor: een kwalitatieve studie naar ontwikkeling van motivatie van Nederlandse medische promovendi voor het behalen van een PhD

Informatie
Auteurs
A. J. de Beaufort
B.W.C. Ommering
C.R. den Bakker
F. W. Dekker
J. Bustraan
Organisatie
Hogeschool
LUMC
Congres
Samen leren, samen werken - 2023
Context / probleemstelling of aanleiding

Probleemstelling (inclusief theoretische onderbouwing en onderzoeksvraag/vragen):

Het aantal medische promovendi in Nederland groeit de laatste twintig jaar sterk. Tegelijkertijd bestaan toenemend zorgen over welzijn, burn-out en uitval van promovendi. Zo loopt bijna 40% risico op ernstige psychische klachten¹ en is na zeven jaar ongeveer eenderde van de promotietrajecten (nog) niet afgerond. Dit roept de vraag op wat medische promovendi motiveert om een promotietraject te starten en volbrengen. In onze landelijke studie onder 1508 medische promovendi benaderden we motivatie bestaande uit autonome (AM) en gecontroleerde motivatie (CM) vanuit o.a. de Self Determination Theory (SDT). Deze eerdere kwantitatieve cross-sectionele studie toonde de kwaliteit en mate van motivatie binnen onze respondentengroep.² Het doel van deze kwalitatieve vervolgstudie is inzicht n.a.v. deze kwantitatieve bevindingen verdiepen door te onderzoeken hoe motivatie zich gedurende een promotietraject ontwikkelt en welke ervaringen en gebeurtenissen dit beloop beïnvloeden. Beter inzicht hierin kan bijdragen aan het bewust inzetten van strategieën om (met name autonome) motivatie en daarmee het welbevinden en de kans op succesvol afronden van een promotietraject te vergroten.

Methode:

Op basis van kwantitatieve motivatiescores uit de landelijke studie werden deelnemers met diverse motivatiescores die in de afrondende fase van hun PhD zaten uitgenodigd voor een semigestructureerd interview (april – juli 2021). Hierin construeerden zij een tijdlijn van hun PhD-traject en identificeerden en koppelden betekenisvolle gebeurtenissen en ervaringen chronologisch aan hun motivatie. De getranscribeerde en geanonimiseerde interviews werden inductief en iteratief geanalyseerd, open gecodeerd en daarna thematisch geanalyseerd. Na tien interviews was sprake van codesaturatie.

Resultaten (en conclusie):

Motivatie tijdens het promotietraject ontwikkelde zich synchroon met betekenisvolle gebeurtenissen en ervaringen. Uit de interviews kwamen vijf overkoepelende thema’s naar voren:
(1) ‘Ruimte voor zelfstandigheid: een kwestie van doseren’; de gewenste mate van autonomie verschilt per fase in het traject en een gebrek of overvloed hierin werd zowel positief als negatief gerelateerd aan motivatie; (2) ‘Peers can make or break your PhD’: persoonlijke informele contacten dragen bij aan verbinding en werkplezier; (3) ‘PhD als proeve van bekwaamheid’: promovendi percipiëren hun traject veelal als bewijs van competentie, meer dan als leertraject en zijn overtuigd dat anderen dit ook zo zien. Deze overtuiging leidt tot een conflict wanneer promovendi hun traject wél als leertraject beschouwden; (4) ‘It takes two to tango’: een ‘klik’ met en support van minstens één supervisor is essentieel. Is die klik er, dan blijkt de meerwaarde van meer supervisors ondergeschikt. De klik beïnvloedde vooral de mate van autonomie en het academische bekwaamheidsgevoel, meer dan persoonlijke support, die ook van andere sleutelfiguren (bijvoorbeeld peers) kon komen; (5) ‘Strategieën to stay or get back on track’: hobbels zijn onvermijdelijk en doen een beroep op veerkracht. Bij frustratie in vervulling van behoeften en waardenconflicten zetten PhD’s deze strategieën doelgericht in. Deze bestonden uit (1) passief accepteren (‘het hoort erbij’ en ‘je maakt af waar je aan begint’), daarbij terugvallend op gecontroleerde motivatie, en (2) actief handelen om bijvoorbeeld ontbrekende support alsnog te organiseren.
Binnen deze thema’s geven sub-thema’s verder inzicht in ‘enablers’ en ‘barriers’ met betrekking tot AM en CM tijdens een promotietraject.

Discussie (beschouwing resultaten en conclusie in het kader van de theorie):

De thema’s geven inzicht in hoe motivatie ontwikkelt op de hobbelige weg naar een PhD. Dit biedt PhD-supervisors en promovendi handvatten, bijvoorbeeld om het impliciete expliciet te maken door tijdens promotietrajecten periodiek te reflecteren op deze thema’s. Waar onze studie zich beperkt tot de motivatie van promovendi met voldoende motivatie om hun PhD af te ronden, kan vervolgonderzoek onder gestopte promovendi het inzicht in de ontwikkeling van motivatie tijdens een PhD nog verder verdiepen.

Referenties:

1.Bakker, den CR, et al.(2022).Inspecting the leaky clinician-scientist pipeline–A national study on PhD candidates’ motivations in the Netherlands. Manuscript submitted.
2.Meijer IC, et al.(2018).Academic working conditions and mental health of PhD candidates. STI Conference Proceedings.

Banner
Banner
Banner

Zorgverleners voor de wereld van morgen

15 en 16 mei Hotel Zuiderduin in Egmond aan Zee