Authenticiteit in observatiesituaties: een misleidend concept

Informatie
Auteurs
A. H. Blankenstein
C.B.T. Rietmeijer
F. Scheele
H.E. van der Horst
M. Veen
P. W. Teunissen
S.C.M. van Esch
Organisatie
Amsterdam UMC loc. AMC
Amsterdam UMC loc. VUmc
AmsterdamUMC loc. VUmc
Erasmus MC
OLVG
Universiteit Maastricht
Congres
Samen leren, samen werken - Congres 2023
Context / probleemstelling of aanleiding

Probleemstelling (inclusief theoretische onderbouwing en onderzoeksvraag/vragen):

Onderzoek laat zien dat opleiders en aios verschillende problemen ervaren in observatiesituaties1. Een terugkerende bevinding is het observer effect: aios gedragen zich onnatuurlijk en proberen te werken zoals ze denken dat de observator het wil zien. De literatuur spreekt van ‘niet authentiek’ gedrag1. Aios hechten weinig waarde aan feedback op dit niet authentieke gedrag2. En de vraag is welke waarde observaties van niet authentiek gedrag hebben voor de beoordeling van de aios.

Om authentiek gedrag te bevorderen adviseren richtlijnen dat de observator het directe contact met de patiënt zo veel mogelijk vermijdt1. Echter, uit fenomenologisch onderzoek van ervaringen van patiënten in observatie-situaties weten we dat patiënten juist enig contact met de opleider nodig hebben. Om deze tegenstrijdigheid verder te onderzoeken lijkt een fenomenologisch begrip van opleiders- en aios-ervaringen in observatiesituaties onmisbaar.

Methode:

Wij deden een fenomenologische interviewstudie met zes aios huisartsgeneeskunde. Wij vroegen hen naar hun ervaringen in observatie-situaties waarbij hun opleider in de ruimte aanwezig was. Analyse van elk transcript vond plaats in vier rondes van open codering op geleide van vier existentiële elementen van ervaring: beleving in lichaam, plaats, tijd en relatie. Constante reflexiviteit legden we vast in uitgebreide memo’s. Door bij de gevonden codegroepen steeds de vraag te stellen: zouden we nog steeds over een observatiesituatie spreken zonder dit aspect?(imaginative variation,) kwamen wij tot de beschrijving van enkele essentiële elementen van hoe aios observatiesituaties ervoeren.

Resultaten (en conclusie):

Een essentie van de ervaring van aios in observatiesituaties was dat zij de aanwezigheid van hun opleider ervoeren in verschillende rollen:

Observator/ beoordelaar

Senior collega, helper

De vertrouwde huisarts van de patiënt

De aanwezigheid van de observator/beoordelaar maakte dat aios minder durfden te improviseren als ze niet 100 % zeker van hun zaak waren. Aios voelden zich hierdoor beperkt. De aanwezigheid van de senior collega maakte dat aios vaak van diens grotere expertise gebruik maakten zodat de patiënt de best mogelijke behandeling kreeg. De aanwezigheid van de vertrouwde huisarts van de patiënt maakte dat aios haar bij het consult wilden betrekken omdat ze dachten dat de patiënt dat prettig zou vinden.

Een opvallende bevinding was dat aios observatiesituaties vaak ervoeren als een opdracht om te laten zien hoe zij zelfstandig werkten, alsof de opleider er niet bij was, terwijl zij tegelijkertijd allerlei verstoringen ervoeren door de aanwezigheid van diezelfde opleider. Even opvallend was dat sommige aios de situatie meer zagen als een prettige mogelijkheid om samen met de opleider te werken en te leren, door elkaar aan het werk te zien (bi-directionele observatie) en te sparren.

Discussie (beschouwing resultaten en conclusie in het kader van de theorie):

Terwijl richtlijnen rondom observatie impliceren dat we moeten streven naar ‘authentiek’ gedrag van de aios, alsof de opleider er niet bij is, laat deze studie zien dat zulk authentiek gedrag niet mogelijk is, niet alleen vanwege het eerder beschreven observer effect maar vooral ook doordat de opleider met haar aanwezigheid de situatie verandert waardoor de aios beperkt wordt in haar gedrag en waardoor zowel de patiënt als de aios behoefte heeft aan deelname van de opleider in het consult.

Wij concluderen dat het streven naar zogenaamd authentiek gedrag in observatiesituaties, alsof de opleider er niet is, een misleidend concept is omdat:

We hiermee tekort doen aan de behoeften van patiënten en aios

We hiermee artefacten observeren, met dubieuze waarde voor feedback en beoordeling, en bijhorende frustraties bij de aios

We hiermee belangrijk opleidingspotentieel verspillen in aios-patiënt-opleider situaties.

Referenties:

Kogan, Jennifer R., et al. “Guidelines […] direct observation of clinical skills in medical education.” Perspectives on medical education 6.5(2017):286-305.

LaDonna, Kori A., et al. “Staging a performance; […] Medical education 51.5(2017)498-510.

Banner
Banner
Banner

Zorgverleners voor de wereld van morgen

15 en 16 mei Hotel Zuiderduin in Egmond aan Zee