Context / probleemstelling of aanleiding
Context/probleemstelling of aanleiding:
In het kader van de evaluatie van de bachelor Geneeskunde van het Amsterdam UMC locatie AMC / UvA, is bekeken of en hoeveel activerende werkvormen ingezet worden in het (interactief) grootschalig onderwijs in de bachelor.
De onderzoeksvragen luiden als volgt:
Hoeveel tijd van het (interactief) grootschalig onderwijs wordt besteed aan activerend onderwijs en welke activerende werkvormen worden daarbij ingezet?
Is er onderscheid, in mate van activerend onderwijs, tussen de verschillende vormen van (interactief) grootschalig onderwijs?
Hoe kunnen docenten en studenten gestimuleerd worden voor activerend onderwijs?
Beschrijving van de interventie/innovatie:
Om de onderzoeksvragen te beantwoorden is gebruik gemaakt van de Active Learning Inventory Tool (AIT) (Van Amburgh, Devlin, Kirwin & Qualters, 2007). Hierin staan drie elementen centraal die noodzakelijk zijn voor activerend onderwijs, namelijk: de context van de activiteit wordt verklaard, de studenten worden betrokken bij de activiteit en in de afsluiting wordt op de activiteit gereflecteerd. Met deze tool wordt de hoeveelheid vragen die de docent stelt in kaart gebracht, alsmede de duur van activerende werkvormen.
In totaal zijn er bij zes blokken van Epicurus onderwijsobservaties uitgevoerd. Er zijn in totaal 58 onderwijsmomenten (te weten hoorcolleges, werkcolleges, TBL sessies) geobserveerd.
Daarnaast zijn er vier interviews met coördinatoren gehouden om te verkennen welke ideeën zij hebben ten aanzien van activerend onderwijs. Tenslotte zijn er vragen voorgelegd aan studenten om hun behoefte aan activerend onderwijs te inventariseren.
Ervaringen/analyse van de implementatie:
Uit de eerste analyses van de observaties blijkt dat maar een klein deel van de onderwijstijd besteed wordt aan activerend onderwijs. In Team Based Learning sessies wordt het meest gebruik gemaakt van activerende werkvormen. In hoorcolleges stellen docenten weliswaar veel vragen aan studenten maar maken zij nauwelijks gebruik van activerende werkvormen. De activerende werkvormen ‘stemmen’ en ‘het maken van een casus’ worden het meest toegepast.
Uit de nagesprekken met docenten blijkt dat er geen eenduidig beeld is over het belang van activerend onderwijs en wat het verschil is met interactief onderwijs.
Het belang van activerend onderwijs kan onder docenten en studenten nog beter onder de aandacht gebracht worden, net als de verschillende activerende werkvormen die docenten kunnen inzetten.
Lessons learned (implicaties voor de praktijk):
De tool is bruikbaar om de mate van activerend onderwijs in kaart te brengen en biedt de mogelijkheid voor een gesprek met docenten over activerend onderwijs.
Bij activiteiten van docentprofessionalisering kan nog meer aandacht besteed worden aan belang van activerend onderwijs en welke activerende werkvormen ingezet kunnen worden.
Referenties:
Van Amburgh, J. A., Devlin, J. W., Kirwin, J. L., & Qualters, D. M. (2007). A Tool for Measuring Active Learning in the Classroom. American Journal of Pharmaceutical Education, 71(5), 85.