Context / probleemstelling of aanleiding
Probleemstelling:
COVID-19 heeft een enorme impact op zorgverleners (in opleiding). Onderzoek toont dat zorgverleners in de frontlinie –zij die in aanraking komen met COVID-19 patiënten – meer stress ervaren. Dit kan leiden tot mentale problemen, ziekteverzuim en uitval. Het is nog niet duidelijk welke factoren samenhangen met stress gerelateerd aan de COVID-19 pandemie. Deze inzichten zijn belangrijk voor het ontwikkelen en inzetten van passende interventies om het welbevinden van zorgverleners te ondersteunen en bevorderen. Wij hebben self-determination theory (SDT) gebruikt om psychologische stress onder zorgverleners (in opleiding) kwalitatief en kwantitatief te onderzoeken. Het centrale uitgangspunt van SDT is dat ieder mens behoefte heeft aan autonomie, competentie en verbondenheid. De sociale omgeving speelt een belangrijke rol bij het bevredigen of frustreren van deze drie basisbehoeften. We weten uit eerder onderzoek dat behoeftebevrediging positief geassocieerd is met welbevinden, groei en veerkracht. Behoeftefrustratie heeft minder aandacht gehad, maar eerste bevindingen in de sport- en onderwijsdomeinen illustreren dat behoeftefrustratie unieke variantie verklaart van verminderd welbevinden en minder goed presteren(1,2). Onze centrale onderzoeksvraag van het kwantitatieve onderdeel was: in hoeverre zijn behoeftefrustratie en behoeftebevrediging gerelateerd aan psychologische stress? In het kwalitatieve deel richtten we ons op de vraag: hoe hebben concrete werkervaringen van zorgverleners tijdens COVID-19 invloed op behoeftefrustratie, behoeftebevrediging en psychologische stress?
Methode:
Ons longitudinale mixed-methods onderzoek omvatte vragenlijsten (kwantitatieve data) en audiodagboeken (kwalitatieve data), met dataverzameling tussen april en november 2020. Een vragenlijst met gevalideerde schalen over bevrediging en frustratie van de drie psychologische basisbehoeften en psychologische stress werd op zes momenten uitgezet. Met de audiodagboeken verzamelden we werkervaringen van zorgverleners. De kwantitatieve data zijn geanalyseerd middels een multilevel-analyse. De kwalitatieve data zijn thematisch geanalyseerd, eerst inductief en vervolgens deductief met de drie psychologische basisbehoeften als kader.
Resultaten (en conclusie):
Zesenveertig zorgverleners (8 medisch specialisten, 15 A(N)IOS, 23 verpleegkundigen), waarvan 36 vrouwen (78%) en met een gemiddelde leeftijd van 35,4 jaar, hebben deelgenomen aan dit onderzoek. Vijftien (2 medisch specialisten, 3 A(N)IOS, 10 verpleegkundigen) van hen hebben tevens 60 audiodagboeken gedeeld over werkervaringen. De kwantitatieve data (245 vragenlijsten) lieten zien dat over tijd 28 – 50 % van de zorgverleners meer psychologische stress ervoeren tijdens COVID-19 dan vóór COVID-19. Behoeftefrustratie (m.n. autonomie en competentie) was positief geassocieerd met psychologische stress, terwijl behoeftebevrediging (m.n. verbondenheid) negatief geassocieerd was met psychologische stress. De audiodagboeken illustreerden dat behoeftefrustratie veelal voortkwam uit de organisatie (autonomiefrustratie door top-down besluitvorming, roostering en communicatie) en de onbekendheid met COVID-19 (competentiefrustratie), terwijl behoeftebevrediging vooral voortkwam uit het teamgevoel op de werkvloer (verbondenheid bevrediging). We concludeerden dat een stijging van psychologische stress vooral zijn oorsprong vond in de frustratie van de autonomie- en competentiebehoefte, terwijl COVID-19 ook een positief effect had op het gevoel van verbondenheid. Het is belangrijk dat ziekenhuisorganisaties psychologische stress verminderen door zorgverleners actief te betrekken bij besluitvorming, te ondersteunen middels training en begeleiding, en sociale netwerken versterken om verbondenheid tussen zorgverleners te bevorderen.
Discussie :
Dit onderzoek illustreert dat zowel behoeftefrustratie als –bevrediging meerwaarde hebben voor meer begrip over het ontstaan van psychologische stress tijdens een pandemie. De combinatie van kwantitatieve en kwalitatieve onderzoeksmethoden bracht verschillende elementen uit de werk- en leeromgeving aan het licht. Toekomstig onderzoek kan expliciet stil staan bij verschillende elementen uit de werk- en leeromgeving die behoeftebevrediging en –frustratie teweegbrengen. Hierdoor verdiepen we ons theoretisch begrip over de effecten en samenspel van behoeftebevrediging, behoeftefrustratie en psychologische stress.
Referenties:
1.Bartholomew KJ, Ntoumanis N, Ryan RM, Bosch JA, Thøgersen-Ntoumani C. Self-determination theory and diminished functioning: The role of interpersonal control and psychological need thwarting. Personality and Social Psychology Bulletin. 2011;37(11):1459-73.
2.Ryan RM, Deci EL. The darker and brighter sides of human existence: Basic psychological needs as a unifying concept. Psychological inquiry. 2000;11(4):319-38.