Context / probleemstelling of aanleiding
Thema:
In de NVMO werkgroep Klinische Vaardigheden denken vertegenwoordigers van de Nederlandse en Vlaamse faculteiten na over het vaardigheidsonderwijs. Bij de ontwikkeling van het nieuwe Raamplan 2020, dat een andere opzet heeft dan de versie van 2009 en vrijheid geeft voor de opleidingen om binnen het gegeven kader van competenties, kennis en vraagstukken rondom ziekte en gezondheid een verdere invulling aan de eigen opleiding te geven, is een lijst met vaardigheden (lichamelijk onderzoek en aanvullende vaardigheden als venapunctie, infuus aanbrengen, hechten etc.) die veel faculteiten gebruikten om hun onderwijs vorm te geven vervallen. Omdat duidelijk werd dat de raamplancommissie een dergelijke ‘afvinklijst’ niet terug wilde laten komen in het nieuwe raamplan heeft de werkgroep een, regelmatig te herzien, document opgesteld met daarin een overzicht van de minimale vaardigheden die volgens de leden van de werkgroep behandeld moeten worden in het geneeskundecurriculum.
Bouwen we daarmee een nieuw heilig huis (NVMO 2020)? Of is dit een kans om innovatie van morgen in het onderwijs van nu te brengen? Moet de basisarts een stethoscoop of een echokop kunnen gebruiken bij het onderzoek van de longen?
Doel:
Identificeren van klinische vaardigheden die mogelijkheden geven voor gebruik van innovatieve ondersteuning bij het onderzoek door een basisarts. Hoe gaan we om met de vrijheid in het nieuwe Raamplan?
Doelgroep:
Docenten, studenten, beleidsmakers, artsen, iedereen betrokken bij of geïnteresseerd in klinische vaardigheden
Opzet: activiteiten en opbrengst:
Na een korte introductie over het nieuwe raamplan en hoe de werkgroep Klinische Vaardigheden daarop een overzicht heeft gemaakt van vaardigheden voor de basisarts worden de aanwezigen verdeeld in kleine subgroepjes met de vraag om enkele onderzoeken in het vaardigheidsonderwijs te identificeren waar innovatie een rol zou kunnen spelen. Gezamenlijk worden deze geïnventariseerd. Elk subgroepje krijgt vervolgens 1 of 2 onderzoeken waarover ze kunnen discussiëren of de basisarts deze innovatieve technieken moet beheersen.
Nadat de groepjes hebben kunnen aangeven wat er uit de discussies is gekomen, bespreken we centraal in hoeverre een overzicht van minimale vaardigheden nuttig is voor de geneeskunde opleidingen (is het flexibel genoeg voor de technologie van morgen of bouwen we een heilig huis waar het raamplan probeert om dit juist wat meer los te laten).
Voor de deelnemers bestaat de opbrengst uit kennismaking met de werkgroep Klinische Vaardigheden en het meedenken over vaardigheden voor de basisarts. De werkgroep neemt de feedback mee voor een volgende versie van de opgestelde vaardighedenlijst die na afloop zal worden rondgestuurd.
Referenties:
Max aantal deelnemers :
40