Infectieziektebestrijding in het geneeskundecurriculum: wat weten basisartsen en welk onderwijs krijgen ze?

Informatie
Auteurs
M Jambroes
M.C. Seeleman
M.L.A. de Hoog
N.M. van den Berg
Organisatie
UMC Utrecht
Congres
Heilige huisjes - Congres 2020
Context / probleemstelling of aanleiding

Context/probleemstelling of aanleiding:

Infectieziektebestrijding is één van de kerntaken van Public Health. Uit de uitbraak van Covid-19 blijkt dat een dergelijke pandemie invloed heeft op het werk van vrijwel alle artsen. Daarom is het belangrijk dat alle artsen een minimum set aan competenties voor infectieziektebestrijding beheersen. In eerder onderzoek stelden we hiervoor door middel van een Delphistudie acht competenties vast[1]. Deze competenties betreffen basisprincipes van infectieziektebestrijding, antibioticaresistentie en immunisatie. In deze vervolgstudie bekeken we middels een toets in welke mate masterstudenten geneeskunde in Nederland hieraan voldoen en middels een curriculumscan welke kennis zij aangereikt krijgen in het curriculum.

Beschrijving van de interventie/innovatie:

De basiscompetenties uit de Delphistudie werden omgezet in een digitale toets met 20 vragen op niveau van kennis (n=6), inzicht (n=7) en toepassing (n=7). De toets bestond uit een-uit-meer en meer-uit-meer vragen en 1 korte invulvraag. Deelnemers werden geïnstrueerd om de optie ‘weet niet’ te gebruiken als zij het antwoord moesten gokken. Via hun eigen faculteit werden masterstudenten geneeskunde benaderd om deel te nemen via email of het digitale leersysteem. Maximaal 50 studenten per faculteit konden deelnemen tussen maart en mei 2019.

De coördinatoren sociale geneeskunde werden gevraagd deel te nemen aan de curriculumscan door een vragenlijst in te vullen over het aangeboden onderwijs over infectieziektebestrijding in het geneeskundecurriculum.

Ervaringen/analyse van de implementatie:

217 studenten van 6 faculteiten vulden de toets in. De Cronbach’s alfa was 0,635. 52,1% scoorde >50% van de vragen goed. Studenten scoorden het best op de kennisvragen (66,4% >50% goed), iets minder op de inzichtvragen (56,2% >50% goed) en het minst goed op de toepassingsvragen (31,3% >50% goed). Onderwerpen waar studenten goed op scoorden betroffen immunisatie en oorzaken van verkeerd antibioticagebruik, terwijl ze minder goed scoorden op determinanten en dynamiek van infectieziekten en toepassing van begrippen op casuïstiek.

De respons op de curriculumscan was 100%, indien nodig werd deze telefonisch toegelicht. Het onderwijs over infectieziektebestrijding wordt veelal verspreid aangeboden over meerdere onderwijsmodules en leerjaren (bachelor en master) en varieert van ongeveer 10 tot 30 uur in het totale curriculum. Bij de meeste faculteiten vindt geen aparte toetsing plaats. Alle faculteiten bieden een coschap aan voor infectieziektebestrijding, maar de capaciteit is beperkt.

Lessons learned (implicaties voor de praktijk):

De Covid-pandemie benadrukt het belang van voldoende competenties voor infectieziektebestrijding voor alle artsen. Masterstudenten geneeskunde scoren relatief goed op niveau van kennis maar scoren relatief laag op niveau van toepassing. Het onderwijs kan geoptimaliseerd worden door het meer toe te spitsen op niveau toepassing en op specifieke thema’s waarop studenten lager scoren.

Referenties:

N.M. van den Berg et al. Essential knowledge for junior doctors regarding infectious disease control: a modified Delphi study. European Journal of Public Health.
https://doi.org/10.1093/eurpub/ckz185.670

Banner
Banner
Banner

Zorgverleners voor de wereld van morgen

15 en 16 mei Hotel Zuiderduin in Egmond aan Zee