Context / probleemstelling of aanleiding
Probleemstelling:
Het doel van medische (vervolg)opleidingen is dat aanstaande dokters gaan denken, doen en voelen als dokters om zo professionele, goede zorg te kunnen leveren. Het proces hiernaartoe heet professionele identiteitsvorming (in het Engels: Professional Identity Formation (PIF)). Over PIF is zowel binnen als buiten de geneeskunde theorie ontwikkeld, maar weinig empirisch onderzoek verricht (1,2). Dit geldt a fortiori voor de context van de huisartsgeneeskunde. Met deze studie beogen we zicht te krijgen op hoe professionele identiteitsvorming zich voltrekt en welke factoren daarop van invloed zijn volgens de huisarts in opleiding zelf. Dit met als doel de opleiding huisartsgeneeskunde te informeren zodat toekomstige huisartsen in opleiding nog beter in hun PIF kunnen worden begeleid.
Methode:
We organiseerden 12 focusgroep-interviews, waarin 92 3de jaars AIOS huisartsgeneeskunde van 5 Nederlandse opleidingsinstituten deelnamen. We gebruikten een semigestructureerde interviewguide, gebaseerd op het PIF-model van Cruess (2). De interviews werden opgenomen, getranscribeerd en iteratief en constant vergelijkend open gecodeerd, met de factoren uit Cruess’s PIF-model als sensitizing concepts. Hierop volgenden axiale en selectieve codering door de gehele groep, totdat consensus was bereikt over de thema’s.
Resultaten (en conclusie):
De gevonden thema’s waren allen terug te voeren op de factoren uit het PIF-model van Cruess, echter met de nodige accentverschillen in deze huisartscontext (1). Een belangrijk, terugkerend thema was ‘hoe de professionele identiteit zich verhoudt tot de persoonlijke identiteit’. Dit speelde zowel in de periode van kiezen voor een loopbaan in de huisartsgeneeskunde als tijdens de opleiding zelf. AIOS verwoordden dit in termen van ‘het hebben van verschillende rollen’, ‘grenzen bewaken’ en ‘goed zorgen voor jezelf’, en werk-privé balans. Andere belangrijke thema’s waren ‘leren omgaan met onzekerheid’; ‘ontwikkelen van onafhankelijkheid’; en het ‘zich gedurende de opleidingstijd steeds meer huisarts voelen, doordat de werkomgeving hen meer als zodanig ging aanspreken’, hetgeen het werkplezier bevorderde. Een belangrijke factor bleek de opleider, zowel direct door de rol van huisarts voor te leven, als meer indirect door de wijze van begeleiding bij de andere thema’s.
Discussie :
De PIF van AIOS huisartsgeneeskunde vindt voornamelijk plaats in de opleidingspraktijk. De belangrijkste thema’s voor AIOS bleken betrekking te hebben op die praktijk en passen in het model van Cruess (1). De context van de huisartsgeneeskunde is deels een unieke context, waarbij specifieke thema’s blijken te spelen. De rol van de huisartsopleider in de opleidingspraktijk blijkt bijzonder groot, waar het gaat om de reflectie op die thema’s en dus de PIF van AIOS.
Referenties:
Cruess RL, Cruess SR, Steinert Y.(ed.). Teaching medical professionalism: supporting the development of a professional identity. Cambridge University Press, 2016.
Cruess RL, Cruess SR, Boudreau JD, Snell L, Steinert Y. A schematic representation of the professional identity formation and socialization of medical students and residents: a guide for medical educators. Academic medicine : journal of the Association of American Medical Colleges. 2015;90(6):718-25.