Context / probleemstelling of aanleiding
Probleemstelling (inclusief theoretische onderbouwing en onderzoeksvraag/vragen):
Klinische besluitvorming door apothekers is een kernproces in de farmaceutische zorg voor patiënten, zowel in het ziekenhuis als in de eerstelijnszorg. Echter, er is weinig bekend over de praktische aspecten van dit proces en hoe dit effectief aan apothekers en farmacie studenten onderwezen kan worden. Voor de ontwikkeling van effectieve onderwijsmethoden voor klinische besluitvorming is het belangrijk om begrip te krijgen van de cognitieve processen die worden gebruikt door apothekers met een zorgverlenende rol. Het doel van deze studie was daarom om de cognitieve processen die betrokken zijn bij klinische besluitvorming door apothekers in de praktijk te onderzoeken.
Methode:
Semigestructureerde, face to face interviews werden gehouden met apothekers die werkzaam zijn in de openbare, poliklinische en ziekenhuisapotheek in Nederland tussen augustus en december 2021. Deelnemers werd gevraagd hoe ze klinische beslissingen nemen in de praktijk en hoe ze dit aan anderen onderwijzen, waarbij expliciet naar voorbeelden uit de praktijk gevraagd werd. Na het transcriberen van de audio-opgenomen interviews werd een inductieve thematische analyse uitgevoerd om de cognitieve processen te identificeren. Een eerder ontwikkeld theoretisch model van klinische besluitvorming door apothekers werd vervolgens gebruikt en aangepast om de geïdentificeerde processen te structureren.
Resultaten (en conclusie):
In totaal werden 21 cognitieve processen geïdentificeerd uit interviews met 16 apothekers die werkzaam zijn in de openbare apotheek (n=5), poliklinische apotheek (n=2) en ziekenhuisapotheek (n=9). Deze cognitieve processen werden georganiseerd in de 8 stappen van het aangepaste theoretische model, namelijk: probleem- en zorgvraagoverweging, informatieverzameling, klinisch redeneren, therapeutische afweging, gezamenlijke besluitvorming, implementatie, evaluatie uitkomsten en reflectie. Apothekers hadden moeite om hun klinische besluitvorming te verwoorden en gingen heen en weer in hun uitleg van dit proces. Alle apothekers benadrukten het belang van het identificeren van het probleem en beschreven hoe ze informatie verzamelden door te beoordelen, verzamelen, herinneren en onderzoeken. Klinisch redeneren omvatte verschillende cognitieve processen, waarvan het begrijpen van het probleem in de context van de patiënt soms uitdagend werd geacht. Apothekers leken het minst actief te zijn in het evalueren van de uitkomsten bij de patiënt en het reflecteren op deze uitkomsten.
Discussie (beschouwing resultaten en conclusie in het kader van de theorie):
Apothekers gebruiken meerdere cognitieve processen bij het nemen van klinische beslissingen in de praktijk, en hun heen-en-weer uitleg hierover benadrukt de dynamische aard ervan. Deze studie draagt bij aan een groter begrip van hoe apothekers klinische beslissingen nemen. Ook dragen deze bevindingen bij aan het verder ontwikkelen van een theoretisch model dat kan worden gebruikt in de praktijk en het onderwijs. Dit model dat klinische besluitvorming door apothekers beschrijft zal worden gepresenteerd tijdens het NVMO-congres.