Context / probleemstelling of aanleiding
Context/probleemstelling of aanleiding:
De vergrijzing in veel Westerse landen en het te kort aan zorgprofessionals vraagt om een efficiënte organisatie van zorg. Interprofessionele samenwerking bij de oudere patiënt, waarbij vaak sprake is van multimorbiditeit, is essentieel voor het leveren van goede zorg. Interprofessionele educatie (IPE) kan helpen om studenten voor te bereiden op deze complexe samenwerking met andere zorgprofessionals. Maar welke aspecten van de zorg verlopen beter dankzij IPE? In deze studie hebben we beleidsplannen voor oudere patiënten van een groep IPE-studenten vergeleken met beleidsplannen van studenten in een ‘uniprofessionele educatie’-groep (UPE). Onze onderzoeksvraag was: wat zijn de verschillen tussen beleidsplannen van verpleegkunde- en geneeskundestudenten in IPE versus UPE?
Beschrijving van de interventie/innovatie:
In deze studie werden 129 verpleegkunde- en geneeskundestudenten in het basiscurriculum geïncludeerd: 68 studenten in de UPE-groep (controle) en 61 in de IPE-groep (interventie). Allen hebben ze vier keer een beleidsplan geschreven voor fictieve geriatrische casussen. In de IPE-groep schreven de studenten het beleidsplan in duo’s van één geneeskunde- en één verpleegkundestudent. Zij konden met elkaar overleggen over welke acties zij nuttig achtten bij de beschreven casus. In de UPE-groep schreven de studenten het beleidsplan alleen. Alle studenten mochten papieren en digitale bronnen gebruiken. Alle beleidsplannen werden blind gescoord door het te vergelijken met een door professionals in het werkveld gevalideerd beleidsplan. De acties werden onderverdeeld in de categorieën diagnostiek, medicatie, consulten, verpleegkundige acties en nazorg. Er werd een score-ratio berekend: het aantal door studenten correct benoemde acties werd gedeeld door het aantal mogelijke acties uit het gevalideerde beleidsplan.
Ervaringen/analyse van de implementatie:
De beleidsplannen van de IPE-groep hadden een significant hogere score-ratio (0.31) dan van de UPE-groep (0.22). Er werden 20 van de in totaal 103 acties significant vaker genoemd in een IPE-beleidsplan. Dit waren vooral acties in de categorieën medicatie, verpleegkundige acties en nazorg. Voorbeelden hiervan zijn: het starten van tromboseprofylaxe, niet-medicamenteuze delierinterventies of het inschakelen van een transferverpleegkundige. Geen enkele actie werd in een UPE-plan significant vaker genoemd dan in een IPE-plan.
Lessons learned (implicaties voor de praktijk):
Deze studie laat zien dat beleidsplannen voor oudere patiënten meer correcte items bevatten als deze uitgewerkt zijn door een IPE-duo dan door studenten afzonderlijk. Ook laat deze studie zien welk soort acties vaker correct worden benoemd door IPE-duo’s. Deze informatie geeft inzicht in welke onderwerpen in zowel inter- als uniprofessionele educatie meer aandacht zouden moeten krijgen, want acties zoals delierinterventies en het regelen van goede nazorg, kunnen in de kwaliteit en efficiëntie van zorg voor kwetsbare ouderen een groot verschil maken. Er is meer onderzoek nodig naar de effecten van dergelijke beleidsplannen op de daadwerkelijke zorg in de klinische praktijk.