Kwalificatie klinisch onderwijs (KKO) als alternatief voor Basiskwalificatie Onderwijs (BKO) in de medische context

Informatie
Auteurs
E. Booij
G. Jonker
M. F. van der Schaaf
M. Lesterhuis
M.P. Hennus
R.G. Hoff
Organisatie
UMC Utrecht
Congres
Samen leren, samen werken - Congres 2023
Context / probleemstelling of aanleiding

Context/probleemstelling of aanleiding:

Tot nu toe volgden opleiders en klinisch docenten uit het ziekenhuis die zich wilden professionaliseren vaak de Basiskwalificatie Onderwijs (BKO). Hierin ligt echter de focus op formeel (systematisch en gestructureerd) onderwijs zoals colleges en werkgroepen. Zorgprofessionals gebruiken echter veelal informele (ongestructureerd en ad-hoc) leermomenten op de werkplek. Als antwoord op deze mismatch ontwikkelde het Universitair Medisch Centrum Utrecht de Kwalificatie Klinisch Onderwijs (KKO).

Beschrijving van de interventie/innovatie:

De KKO bestaat uit zes kleinschalige en interactieve sessies van 4-8 uur, met als doel klinisch docenten voor te bereiden om werkplekleren te begeleiden. Een ander belangrijk kenmerk is de interprofessionele aard: iedereen die een rol in opleiden in het ziekenhuis heeft kan deelnemen, dus zowel medisch specialisten als verpleegkundigen. Elke sessie heeft een thema die de deelnemers voorbereiden, die wordt toegelicht door een gastdocent en vervolgens geoefend wordt in een workshop. Thema’s zijn onder andere werkplekleren, feedback, motivatie, toetsing op de werkplek en onderwijsontwerp. Elke sessie rondt af met het formuleren van transferdoelen: wat neem je mee naar je praktijk?

Ervaringen/analyse van de implementatie:

In 2021/2022 liep de pilot die geëvalueerd is via vragenlijsten en discussie. Ook zijn de deelnemers (n=10) na 2 maanden geïnterviewd over of zij hun transferdoelen hebben behaald.

De evaluatie laat zien dat deelnemers zeer positief zijn over de inhoud en de kwaliteit van het programma. Belangrijke sterktes waren de gegeven handvatten voor het werkplekleren, de interprofessionele opzet, de taken die ze op de werkplek moesten maken en de diepgang in de thema’s. Een verbetering zou nog meer tijd voor verdieping of een terugkomdag zijn. De transfertaken en interviews lieten zien dat er een grote verscheidenheid zit in wat deelnemers met de inhoud wilden doen en hebben gedaan, variërend van verhoogd bewustzijn over de thema’s, tot zelf inhoud implementeren (bv. opzet feedbackgesprekken) of zelfs voor verandering op de afdeling zorgen. Belemmeringen om niet met de inhoud aan de slag te gaan waren tijdsgebrek, geen studenten zien om mee te oefenen of het gevoel hebben de dagelijkse gang van zaken niet te kunnen veranderen.

Lessons learned (implicaties voor de praktijk):

We leren hieruit dat de KKO goed aansluit bij de wensen vanuit de praktijk en het geven van onderwijs op de werkplek optimaliseert, dat het ondersteunen en begeleiden van transfer ook voor de KKO een belangrijk uitdaging is en dat inzetten op het formuleren van transferdoelen en (verwachte) barrières bediscussiëren kan bijdragen aan de effectiviteit van het onderwijs. Daarnaast roepen de bevindingen de vraag op of en wanneer deelnemers het best deel kunnen nemen aan het onderwijs, gezien hun tijd en interactie met studenten.

Referenties (max. 2):

Banner
Banner
Banner

Zorgverleners voor de wereld van morgen

15 en 16 mei Hotel Zuiderduin in Egmond aan Zee